De Duitsers hopen dat hun Westwall een aanzienlijke barrière zal vormen voor de geallieerden als die vanuit het westen de aanval op Duitsland inzetten. Die verdedigingslinie loopt echter maar tot aan de Rijn bij Xanten. Ten noorden ervan ontbreekt een dergelijke sterke verdediging. Omdat de geallieerden al zijn opgerukt tot aan de Rijn besluiten de Duitsers daarom de linie via Nederland te verlengen tot aan het Groningse Delfzijl om op die manier te voorkomen dat de geallieerden alsnog om de Westwall heen kunnen trekken zoals bij Market Garden de bedoeling was. Ze achten daar de lijn Meppel, Assen, Groningen, Delfzijl en de natuurlijke hindernissen Rijn en IJssel het meest geschikt voor. De linie zou dan volgens hen wel versterkt moeten worden met tankgrachten, loopgraven en andere verdedigingswerken.
Voor de graafwerkzaamheden die daar voor moeten worden verricht, roept de organisatie Todt in veel steden en dorpen Nederlandse mannen tussen de 16 en 60 jaar op om zich melden. Het enthousiasme bij de meeste mannen om zich te melden is echter niet groot. Velen doen dat dan ook pas nadat de Duitsers inwoners gevangennemen en dreigen hen te executeren als er niet alsnog genoeg spitters verschijnen. Dat gebeurt onder meer in Doetinchem. Daar worden in de avond van de 30ste oktober 1944 zestien mannen uit huis gehaald. Ze worden vervolgens in gijzeling genomen. Als zich voor 2 november onvoldoende spitters melden, zullen ze worden gefusilleerd valt er op de bekendmakingen te lezen.