Een absurd plan, want door het uitschakelen van de centrales zou er geen bemaling meer plaatsvinden en zou een groot deel van Nederland onder water komen te staan. Het Air Ministry beschouwt het plan gelukkig als onuitvoerbaar en noemt Duits afweergeschut als reden. De stakers staan daarom alleen. Met blote handen.
De hoogste Duitse bestuurder in Nederland, Reichskommissar Arthur Seyss-Inquart, is niet in het land. Vandaar dat een van de vier Generalkommissare het tijdelijk voor het zeggen heeft. Dat is de SS’er Hans Albin Rauter. Hij besluit onmiddellijk dat er hard opgetreden moet worden, temeer daar hij bang is dat de stakingen overslaan naar België en Frankrijk.
De Sicherheitspolizei, met zijn Gelders-Overijssels hoofdkwartier in Arnhem, eist van de directies lijsten met namen van de stakers. Daarnaast pakt de Sicherheitsdienst tientallen mensen op. In de rubberfabriek in Heveadorp, waar gasmaskers voor het Duitse leger worden gemaakt, worden zeven weknemers gearresteerd. Ze worden in een open vrachtwagen naar Arnhem gebracht. Daar worden ze samen met twaalf werknemers van andere bedrijven op de Waterberg gefusilleerd.
de arrestatie
Astrid logeert op dat moment bij familie in Amsterdam. De afspraak is dat Frits Loep zijn dochter op zaterdag 1 mei weer op zal halen. Hij vraagt daarom die dag vrij bij Stork en reist naar Amsterdam. Als hij weer terug is in Hengelo, wordt hij ‘s maandags door de Duitsers gearresteerd en beschuldigd van passief gedrag. Ze vinden dat hij de stakingen bewust en gewild heeft gesteund. Daarnaast speelt wellicht de sabotage van sommige machines mee en is ook zijn rol in het verzet de Duitsers niet ontgaan.
Ook directeur Frank Stork wordt gearresteerd. Beiden worden overgebracht naar het politiebureau van Hengelo. Daar spoort een politieagent Frits aan om te ontsnappen en zet een raam open. Maar waarschijnlijk onderschat Frits de situatie. Hij blijft. Frank Stork wordt vrijgelaten, maar op dinsdag 4 mei wordt Frits gefusilleerd.
De Duitsers begraven hem, maar vertellen de familie niet waar. Dat doen ze ook niet bij de andere executies die ze uitvoeren. Op die manier proberen ze de angst onder de bevolking te vergroten.
Totaal zijn er tachtig standrechtelijk executies. Daarnaast vallen er 120 doden en vele zwaargewonden tijdens schietpartijen en worden er ruim negenhonderd mensen afgevoerd naar Kamp Vught. Bij veel bedrijven worden daardoor de stakingen na een dag al beëindigd. Andere houden het langer vol, maar na een week zijn alle stakingen voorbij. De laatste op donderdag 6 mei.
Het effect is echter groot. De Duitse maatregelen worden na de stakingen harder en het verzet ertegen neemt toe. Slechts achtduizend militairen melden zich en worden naar Duitsland afgevoerd. De rest duikt onder. Daardoor krijgt vooral de Achterhoek te maken met nog meer onderduikers.
Thea wordt gedwongen om met Astrid Hengelo te verlaten. Ze moeten al hun bezittingen achterlaten. Ze reizen naar Doetinchem, naar Frits’ zus en haar man Arend Ankersmit. Daar blijven ze de hele zomer. Daarna vertrekken ze naar Amsterdam, waar ze een kamer vinden. Daar krijgen ze op 4 mei 1945 te horen dat Duitsland heeft gecapituleerd.