Op 12 juli van hetzelfde jaar wordt hij voor speciale dienst overgeplaatst naar het eiland Kiska, Alaska, U.S.A. Op dat moment nog bezet door de Japanners. Hij is dan onderdeel van een enorme Amerikaanse – Canadese troepenmacht die vanuit Nanaimo verscheept wordt naar Adak, Alaska. De Canadese troepenmacht bestaande uit de Winnipeg Grenadiers, de Rocky Mountain Rangers en de Canadian Fusiliers vormen samen de Greenlight Force. Op 16 augustus 1943 wordt Kiska heroverd, de Japanners zijn dan al gevlucht.
De maanden daarna verblijft de Greenlight Force op Kiska voor onder andere het aanleggen van wegen. Dinsdag 3 januari 1944 keert Henry Carl terug en mag hij dertig dagen met betaald verlof.
Na 2 jaar diensttijd sluit hij deze af op 12 april 1944 om in actieve dienst te gaan. Hij moet opnieuw een aanmeldingsformulier invullen, ditmaal in Gordon Head, B.C., wordt medisch getest en krijgt een nieuw legernummer: K-4072 .
Waar in een eerdere medische test geen sprake van was is een litteken op zijn rechterbil en een scheur in zijn linkerbil, waarschijnlijk opgelopen tijdens zijn diensttijd. Dat neemt niet weg dat hij fit wordt verklaard voor dienst overzee. Hij is alert en fit, de dienst is iets waar hij naar uitkijkt.
Eén maand na zijn aanmelding gaat hij aan boord, als Corporal bij de Winnipeg Grenadiers, om naar Engeland verscheept te worden. Op 17 juni 1944 arriveert Henry Carl in Europa. Op zijn eigen verzoek wordt hij een dag voor zijn verscheping naar West-Europa gedegradeerd tot Private. Zondag 5 augustus wordt hij bij aankomst ingedeeld bij de Calgary Highlanders, op dat moment nog actief in Normandië.
Een week later start de slag om Clair Tison, een dorp met wat stenen boerderijen, gelegen in een vallei aan de rivier de Laise. Na een dag lopen, het is een zeer warme dag, gaan de Highlanders de nacht in zonder slaap. Om 01:45, het is een donkere, mistige nacht, wordt de aanval ingezet. Allereerst wordt Le Mesnil ingenomen, een dorp ten noorden van Clair Tison. Op 13 augustus, om 14.00, wordt de aanval op Clair Tison ingezet. De Canadezen worden hevig onder vuur genomen door Duitse legereenheden, maar in de avond is de brug over de Laise ingenomen door de Highlanders en krijgen ze na veel inspanning even rust.
Om daarna, in september 1944, betrokken te zijn bij de slag om Duinkerke in Frankrijk en Oostende aan de Belgische kust. Via Brugge trekken de Highlanders om de oostelijke rand van Antwerpen, richting Hoogerheide en de slag om de Schelde. Het is dan september 1944, Henry Carl is nog maar een maand in West-Europa. De slag om de Schelde duurt vijf weken, met enkele van de moeilijkste gevechten uit de gehele oorlog, maar de Canadezen slagen er, samen met de Polen en Britten, in om de Scheldemonding weer open te krijgen voor vervoer over water naar Antwerpen. Na deze strijd, waarbij de Calgary Highlanders grote verliezen lijden, maken de Highlanders zich op voor een lange winter in de omgeving van Nijmegen.
Vanaf 8 februari 1945 zijn de Calgary Highlanders onderdeel van Operatie Veritable in het Reichswald. Na hevige gevechten is het eind maart eindelijk mogelijk de Rijn over te steken en kan een enorme troepenmacht beginnen aan de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. De Canadezen trekken via Ulft, Terborg en Gaanderen op richting Doetinchem.
Op zondag 1 april 1945, het is Eerste Paasdag, bereiken Canadese troepen via de Terborgseweg Doetinchem. Ze worden aan de oostelijke stadsrand opgewacht door mensen van het verzet. Na een kort overleg rukken de Canadezen op naar het centrum, terwijl een grote troepenmacht om de stad trekt.
In en rond de binnenstad ontbrandt vervolgens een heftige strijd. De Duitsers hebben de wegen geblokkeerd met tramwagons, volgegoten met beton. De Canadezen zetten onder andere vlammenwerpers in om de Duitsers uit te schakelen. Tientallen Duitsers vinden daarbij de dood en vele panden branden af. Ook sneuvelen elf Canadezen.
Pas de volgende middag, maandag 2 april Tweede Paasdag, is Doetinchem bevrijd.