Henry Carl Johnson


Private

The Calgary Highlanders, R.C.I.C.

K - 4072

Henry Carl Johnson wordt, volgens de gegevens in zijn Service Files, op 20 november 1920 geboren in Saskatoon, Saskatchewan. Hier is enige onduidelijkheid over. Zijn jongere zusje Asta is geboren in Bergen, Noorwegen en emigreert, volgens haar overlijdensbericht, met de hele familie op 5-jarige leeftijd naar Canada. Het is dan 1927. Dat zou betekenen dat Henry Carl toen 7 jaar oud was. Dus ook hij zou geboren kunnen zijn in Noorwegen. Hij is de enige zoon van Carl Johnson, geboren in Zweden, en Borghild Hansen, geboren in Noorwegen. Henry Carl heeft een oudere zus, Carrie (Karen) Ramsay en een jongere zus, Asta Borghild McLean.
Henry Carl Johnson is lid van de United Church.
Na 8 jaar Public School in South Westminster verlaat hij in 1934, na Grade 8, op zijn veertiende het onderwijs en gaat voor 4 jaar aan het werk op een houtzagerij in New Westminster. B.C. Daarna werkt hij anderhalf jaar in een dozenfabriek en als timmerman bij een ramen-en kozijnenfirma. Ergens loopt hij letsel op waardoor hij anderhalf jaar niet kan werken.
In 1940 wordt in Canada de National Resources Mobilization Act aangenomen. Beschikbare mannen worden opgeroepen zich te registeren om in dienst te gaan, in eerste instantie om het thuisland Canada te verdedigen. Later worden deze mannen ook ingezet voor dienst overzee. Eén van deze mannen is Henry Carl Johnson. Op 16 april 1942 meldt Henry Carl, 21 jaar oud, zich in Vancouver, B.C., voor zijn dienstplicht. Hij krijgt legernummer: K - 602152. Hij is op dat moment woonachtig aan 1504 Old Yale Road, R.R. #4 in New Westminster, B.C., bij zijn ouders.
Hij is gezond en vrijgezel, heeft een gemiddelde intelligentie, blauwe ogen, lichtbruin haar en een lichte huidskleur. Hij is 1,72 meter lang en weegt 65 kilo. Zijn hobby is het sleutelen aan zijn auto, hij houdt niet van sport maar gaat af en toe wel jagen en vissen. Lezen doet hij weinig.
Hij heeft geen ervaring in welk legeronderdeel dan ook. Zijn voorkeur gaat uit naar werken als stoker bij de Canadese marine. Maar door eerder opgelopen inwendig letsel wordt hij medisch gezien niet fit genoeg bevonden voor dienst overzee. Hem wordt een operatie aangeraden als dat zijn doel is. Bijzonder is dat hij in zijn aanmeldingsformulieren aangeeft dat hij Noors spreekt en leest.
Zijn eerste training van acht weken vindt plaats in het trainingscentrum #110 in Vernon, B.C. waarna nog een training volgt van vijfenvijftig dagen in trainingscentrum A-16 in Calgary, Alberta. Echter, in Vernon, ligt hij een groot gedeelte van de tijd, 30 dagen, in het ziekenhuis. In eerste instantie in het Esquimalt Military Hospital, later in het Victoria Military Hospital. Wat er precies aan de hand is, is niet meer te achterhalen, maar het zou te maken kunnen hebben met de operatie die de medische dienst hem heeft aangeraden om in overzeese dienst te kunnen treden. Op 22 september 1942, na het afronden van zijn training, wordt Henry Carl ingedeeld bij de Winnipeg Grenadiers in Prince Rupert, B.C. Daar wordt hij op 28 januari 1943 bevordert tot Lance Corporal. Drie maanden later wordt hij bevorderd tot Corporal. De eerste week van de maand mei brengt hij door in het Prince Rupert Military Hospital.



Inschepen voor Kiska

Op 12 juli van hetzelfde jaar wordt hij voor speciale dienst overgeplaatst naar het eiland Kiska, Alaska, U.S.A. Op dat moment nog bezet door de Japanners. Hij is dan onderdeel van een enorme Amerikaanse – Canadese troepenmacht die vanuit Nanaimo verscheept wordt naar Adak, Alaska. De Canadese troepenmacht bestaande uit de Winnipeg Grenadiers, de Rocky Mountain Rangers en de Canadian Fusiliers vormen samen de Greenlight Force. Op 16 augustus 1943 wordt Kiska heroverd, de Japanners zijn dan al gevlucht.
De maanden daarna verblijft de Greenlight Force op Kiska voor onder andere het aanleggen van wegen. Dinsdag 3 januari 1944 keert Henry Carl terug en mag hij dertig dagen met betaald verlof.
Na 2 jaar diensttijd sluit hij deze af op 12 april 1944 om in actieve dienst te gaan. Hij moet opnieuw een aanmeldingsformulier invullen, ditmaal in Gordon Head, B.C., wordt medisch getest en krijgt een nieuw legernummer: K-4072 .
Waar in een eerdere medische test geen sprake van was is een litteken op zijn rechterbil en een scheur in zijn linkerbil, waarschijnlijk opgelopen tijdens zijn diensttijd. Dat neemt niet weg dat hij fit wordt verklaard voor dienst overzee. Hij is alert en fit, de dienst is iets waar hij naar uitkijkt.
Eén maand na zijn aanmelding gaat hij aan boord, als Corporal bij de Winnipeg Grenadiers, om naar Engeland verscheept te worden. Op 17 juni 1944 arriveert Henry Carl in Europa. Op zijn eigen verzoek wordt hij een dag voor zijn verscheping naar West-Europa gedegradeerd tot Private. Zondag 5 augustus wordt hij bij aankomst ingedeeld bij de Calgary Highlanders, op dat moment nog actief in Normandië.
Een week later start de slag om Clair Tison, een dorp met wat stenen boerderijen, gelegen in een vallei aan de rivier de Laise. Na een dag lopen, het is een zeer warme dag, gaan de Highlanders de nacht in zonder slaap. Om 01:45, het is een donkere, mistige nacht, wordt de aanval ingezet. Allereerst wordt Le Mesnil ingenomen, een dorp ten noorden van Clair Tison. Op 13 augustus, om 14.00, wordt de aanval op Clair Tison ingezet. De Canadezen worden hevig onder vuur genomen door Duitse legereenheden, maar in de avond is de brug over de Laise ingenomen door de Highlanders en krijgen ze na veel inspanning even rust.
Om daarna, in september 1944, betrokken te zijn bij de slag om Duinkerke in Frankrijk en Oostende aan de Belgische kust. Via Brugge trekken de Highlanders om de oostelijke rand van Antwerpen, richting Hoogerheide en de slag om de Schelde. Het is dan september 1944, Henry Carl is nog maar een maand in West-Europa. De slag om de Schelde duurt vijf weken, met enkele van de moeilijkste gevechten uit de gehele oorlog, maar de Canadezen slagen er, samen met de Polen en Britten, in om de Scheldemonding weer open te krijgen voor vervoer over water naar Antwerpen. Na deze strijd, waarbij de Calgary Highlanders grote verliezen lijden, maken de Highlanders zich op voor een lange winter in de omgeving van Nijmegen.
Vanaf 8 februari 1945 zijn de Calgary Highlanders onderdeel van Operatie Veritable in het Reichswald. Na hevige gevechten is het eind maart eindelijk mogelijk de Rijn over te steken en kan een enorme troepenmacht beginnen aan de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. De Canadezen trekken via Ulft, Terborg en Gaanderen op richting Doetinchem.
Op zondag 1 april 1945, het is Eerste Paasdag, bereiken Canadese troepen via de Terborgseweg Doetinchem. Ze worden aan de oostelijke stadsrand opgewacht door mensen van het verzet. Na een kort overleg rukken de Canadezen op naar het centrum, terwijl een grote troepenmacht om de stad trekt.
In en rond de binnenstad ontbrandt vervolgens een heftige strijd. De Duitsers hebben de wegen geblokkeerd met tramwagons, volgegoten met beton. De Canadezen zetten onder andere vlammenwerpers in om de Duitsers uit te schakelen. Tientallen Duitsers vinden daarbij de dood en vele panden branden af. Ook sneuvelen elf Canadezen.
Pas de volgende middag, maandag 2 april Tweede Paasdag, is Doetinchem bevrijd.
Eén van de elf omgekomen Canadezen is de 24-jarige Henry Carl Johnson. Eerste Paasdag, zondag 1 april, sneuvelt hij in de straten van Doetinchem en krijgt hij een tijdelijk graf bij school Oosseld aan de Dennenweg te Doetinchem.



Tijdelijke graven bij School Osseld


Op 27 juli 1946 ontvangt moeder Borghilde een brief dat haar zoon is herbegraven in Groesbeek, plot XIX. C. 15.

Henry Carl Johnson heeft de volgende onderscheidingen ontvangen:

  • 1939 – 1945 Star
  • Canadian Volunteer Servive Medal and Clasp
  • France & Germany Star


GONE BUT NOT FORGOTTEN

LOVINGLY REMEMBERD

BY MOTHER, DAD AND SISTERS


Levensverhaal: Sigrid Norde
Research Team Faces To Graves


Bronvermelding

Commonwealth War Graves Commission
National Library and Archives Canada
http://www.bac-lac.gc.ca/eng/discover/military-heritage/second-world-war/second-world-war-dead-1939-1947/Pages/item.aspx?IdNumber=17643&
https://www.cwgc.org/find-war-dead/casualty/2663664/johnson,-henry-carl/
http://www.canadaatwar.ca/memorial/world-war-ii/150811/private-henry-carl-johnson/
http://www.calgaryhighlanders.com/fatalities/fatalities.htm
https://www.findagrave.com/memorial/12904039#
http://www.calgaryhighlanders.com/history/highlanders/1939-45/dcompany.htm
http://www.legacy.com/obituaries/vancouversun/obituary.aspx?n=asta-borghild-harder-mclean&pid=16746167
http://canadianheroes.org/henri/henri2.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Slag_om_de_Schelde
https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/doetinchem/doetinchem-in-de-tweede-wereldoorlog
https://www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/tweede-wereldoorlog/547-de-bevrijding-van-hummelo-2-april-1945.htmlhttp://www.hanshendriksen.net/

English

According to the information given in his service files, Henry Carl Johnson was born In Saskatoon, Saskatchewan on 20 November,1920. There is some ambiguity here.
His younger sister, Asta Borghild McLean was born in Bergen, Norway and according to her obituary, had emigrated with the whole family to Canada when she was five years old in 1927. Henry Carl was then seven and could also have been born in Norway. He was the only son of Carl Johnson, born in Sweden and Borghild Hansen, born in Norway. He had an older sister, Carrie (Karen) Ramsay. The family was member of the United Church.
After eight years in the local school in South Westminster, British Columbia, he left in 1934 after grade 8, when he was 14, to work in a sawmill in New Westminster; after that he worked for eighteen months in a box factory and as a carpenter in a factory making window frames. At a certain point he got injured so that he was unable to work for a year and a half
In 1940, the National. Resources Mobilization Act came into force. All available men were called up to register for military service, in order to defend the homeland in the first place; later they were also sent for service overseas. One of these men was Henry Carl Johnson and on 16 April,1942 he reported for service in Vancouver. and was given the number K - 602152. He had been living with his parents at this point at 1504 Old Yale Road, RR#4 in New Westminster, BC.
At his medical examination he was reported as single, healthy, of average intelligence with blue eyes, brown hair and a light skin color. He was 1.72 m tall and weighed 65 kilo. As hobby, he liked to work on his car; he did not care for sport but went hunting and fishing occasionally. He did not read much but interestingly, he wrote on his application form that he read and spoke Norwegian. He had no preference for a particular branch of the army because he really wanted to work as a stoker in the Canadian marine. However, due to an internal injury he had suffered earlier, he was not considered fit enough for service overseas. He was advised to have an operation if he aimed for naval service.
His first eight week training took place in Vernon, BC (#110) followed by two months in Calgary, Alberta (A16). In Vernon he spent more than half the time in the Esquimalt Military Hospital and later in the Victoria Military Hospital. It is not clear why Carl Henry was admitted to hospital but it could have to do with the operation that was considered. necessary for him to be able to serve overseas. On 22 September, 1942, after the completion of his training, he was placed with the Winnipeg Grenadiers in Prince Rupert, BC . The following year on 28 January,1943, he was promoted to Lance Corporal and three months later to Corporal. He spent the first week of May in the Prince Rupert Military Hospital.


On 12 July he was transferred to the island of Kiska in Alaska, USA for special service; at that moment the island was occupied by the Japanese. Carl Henry was then part of a huge American-Canadian force that from Nanaimo was brought to Adak, Alaska by ship. The Canadian force, made up of the Winnipeg Grenadiers, the Rocky Mountain Rangers and the Canadian Fusiliers, was known as the Greenlight Force. On 16 August, Kiska was recaptured, the Japanese having        Kiska Patch
already fled. The Greenlight force stayed on for some months in order to construct roads among other tasks. On 3 January,1944 Carl Henry was sent back and was given paid leave for a month.
On 12 April that year, Carl Henry had completed two years’ service and had to fill in a new application form in Gordon Head, BC to go on active service; he had a medical test and was given a new number K4072.
Although in an earlier medical test there had been no mention of a scar on his right buttock and a tear in his left, which probably happened during his army service, he was found fit for the service overseas he wanted.
A month later he boarded ship as a corporal in the Winnipeg Grenadiers; he arrived in England on 17 June. A day before arriving on the European mainland he himself asked to be reduced to the rank of private.
On 5 August he was placed with the Calgary Highlanders, at that time active in Normandy; a week later he was involved in the battle around Clair Tison, a village with some stone farmhouses, lying in a valley on the river de Laise. After a day walking in very warm weather, the Highlanders continued through the night without sleeping. At 1.45am, on a dark, misty night, the attack began. First of all, Le Mesnil was taken, a village to the north of Clair Tison. On 13 August at 14.00 hours the attack on Clair Tison began. The Canadians were fiercely attacked by German army units, but in the evening, the bridge over the de Laise river was taken by the Highlanders after considerable effort and they were able to get some rest.
After that, in September, they were involved in the battles round Dunkirk in France and Ostend on the Belgian coast. In the same month, the Highlanders continued on via Bruges to the eastern outskirts of Antwerp. in the direction of Hogeheide and the battle of the Schelde.
Henry Carl has been just a month in western Europe. The Schelde battle went on for five weeks with some of the hardest fighting of the whole war, but the Canadians, together with the Poles and British, succeeded in opening the mouth of the Schelde river so that their ships could get access to the port of Antwerp. After this battle, in which the Highlanders suffered heavy losses, the regiment prepared to spend a long winter in the surroundings of Nijmegen in the Netherlands.
From 8 February,1945, the Calgary Highlanders took part in Operation Veritable in the German Reichswald. After heavy fighting, it was finally possible for the troops to cross the Rhine and begin on the liberation of the eastern and northern Netherlands. The Canadians moved through Ulft, Terborg and Gaanderen in the direction of Doetinchem.

On Easter Sunday, 1 April, the Canadians reached Doetinchem via the Terborgseweg. Waiting for them on the eastern outskirts of the town were members of the resistance and after a short consultation, some soldiers continued on to the town centre, while a large force moved around the city. Fierce fighting developed in the centre; the Germans had blocked the roads with trams filled with concrete. The Canadians used flame throwers among other weapons in order to disable the enemy; dozens of Germans were killed and many buildings burned out. Eleven Canadians also died and only on the following afternoon, Monday, 2 April was Doetinchem liberated.
One of the eleven Canadians who died, was the 24 year old Henry Carl Johnson on Sunday, 1 April, killed in the streets of Doetinchem. He was buried temporarily next to school “Oosseld” at the Dennenweg in Doetinchem.
His mother, Borghild received a letter more than a year later on 27 July 1946 to say that her son has been reburied in Groesbeek. Plot XIX. C .15.


Henry Carl Johnson received the following awards:
1939 – 45 Star
Canadian Volunteer Service Medal & Clasp
France & Germany Star

GONE BUT NOT FORGOTTEN
LOVINGLY REMEMBERD
BY MOTHER, DAD AND SISTERS

Life story by: Sigrid Norde,
Research Team Faces To Graves