De overval op het distributiekantoor


Als de Duitse bezetter het besluit neemt dat bonkaarten niet meer landelijk maar slechts per district geldig zijn, wordt het voor het verzet aanzienlijk moeilijker om bonkaarten te bemachtigen om het toenemend aantal onderduikers van levensmiddelen te voorzien. Meer overvallen zijn dan ook noodzakelijk.


door Karel Berkhuysen

Het distributiekantoor naast Villa Bergzicht aan de Terborgseweg.
(Jan Massink, Erfgoedcentrum Achterhoeken Liemers)

Het is een drukte van belang die zaterdagmiddag in juni 1944 in de woning van huisarts Houtsma, een huis pal naast het politiebureau.
"Jan", stelt verzetsleider Jan Houtsma zich voor. Hij is de zoon van de arts, die evenens Jan heet. Ook de anderen noemen slechts een voornaam. Dat is wel zo veilig.
Naast een aantal Doetinchemse verzetsmensen zijn er ook mannen uit Deventer en Twente aanwezig. Zij maken deel uit van een knokploeg. Ook een distributieambtenaar is van de partij.
Onderwerp van gesprek is een overval op het Doetinchemse distributiekantoor. Omdat Doetinchem geen knokploeg heeft, zal de Overijsselse groep de actie uitvoeren.
Omdat de kassier de sleutel van het kantoor elke avond in een envelop, voorzien van zijn handtekening, bij het politiebureau aflevert, besluiten de mannen om een wasafdruk van die sleutel te maken. "Ik ga 'm wel even halen", zegt politieagent Dirk van der Horst. "Het is immers z aterdag. Hij ligt nu ook op ons bureau."
Als Van der Horst even later met de sleutel verschijnt, wordt er een wasafdruk gemaakt. Vervolgens wordt de sleutel weer in een envelop gestopt en door Van der Horst voorzien van een valse handtekening. Daarna brengt hij de sleutel weer terug.
Een paar dagen later krijgt de distributie-ambtenaar de namaaksleutel met het verzoek om te proberen of de sleutel past.
Dat blijkt niet het geval. Hoewel de sleutel wel in het slot past, is het niet mogelijk om er een draaibeweging mee te maken. Er moet een nieuw plan worden gemaakt.
Er volgt daarom nogmaals een bijeenkomst. "We bellen gewoon bij de voordeur aan", zegt iemand. "Aan degene die opendoet, vragen we of we de kassier even mogen spreken over een privékwestie."
Iedereen gaat akkoord. Besloten wordt dat de rest van de overvalploeg met een auto in de Plantenstraat wacht en daarna aan de achterzijde van het kantoor naar binnen wordt gelaten. Na het inladen van de buit zullen ze vluchten via de Vijverberg.
De Doetinchemse verzetsmensen verkennen de situatie en bereiden een en ander zorgvuldig voor. Onder hen Jan Houtsma, Annie de Graaf en Wim Lindenhovius. Nauwkeurig bestuderen zij een plattegrond van het kantoor. Tevens bespreken ze hun plannen met de ambtenaren op het kantoor die zij vertrouwen.
De grijze Opel die tijdens de overval zal worden gebruikt, krijgt echter onderweg naar Doetinchem motorpech. Daarom moet de actie een dag worden uitgesteld.
De daaropvolgende dag, 24 juni, is er vooraf nog even overleg met de distributieambtenaar. Afgesproken wordt dat hij het tijdstip waarop de kassier het kantoor kan verlaten, zolang mogelijk poogt te rekken. Dat kan omdat alle ambtenaren eerst een kist met bescheiden bij hem in moeten leveren voordat hij de kisten in de kluis kan zetten.
De distributieambtenaar neemt een collega in vertrouwen en spreekt met hem af om samen aan het einde van de middag de boel op te houden. Ook licht hij 's middag om vier uur de directeur in over de komende overval. "Ik geloof dat ik maar even op inspectie ga naar een van onze agentschappen", zegt de man.
Nadat de meesten het pand hebben verlaten en de kassier bezg is om de kisten in de kluis te zetten, springt de distributieambtenaar op zijn fiets die hij aan de achterzijde van het kantoor heeft gestald. Met de overvalploeg is afgesproken dat alles gunstig is indien hij voorbij fietst. Als hij met de fiets aan de hand voorbij zou komen lopen dan zou er iets scheef zitten.
Als hij wegfietst, ziet hij nog net hoe twee verzetsmensen naar de voordeur van het kantoor lopen. Als een geïnformeerde ambtenaar opendoet, speelt hij het spel mee. Hij vertelt de kassier dat er twee mensen zijn die hem willen spreken. Als de kassier verschijnt, duwen de twee verzetmensen hem onmiddellijk een pistool onder de neus. Ze maken hem de sleutel afhandig en sluiten hem, samen met degenen die nog aanwezig zijn, in de kelder op. De verzetsgroep verzuimt echter om iemand bij de uitgang van de kelder op te stellen.
Wim Lindenhovius ligt met zijn vriendin Dinie op zwembad Groenendaal en Jan Houtsma bevindt
zich met zijn motor iets verderop in de Wrange. Zij komen in actie mocht er iets misgaan.
Alles lijkt echter goed te gaan en vele stapels bonnen worden in zakken gestopt. Dan wordt er aan de voordeur gebeld. Het is een van de vrouwelijke ambtenaren. Zij heeft met nog enkele andere vrouwen van het kantoor die middag gesport en komt haar jas ophalen die ze was vergeten.
Ook zij wordt in de kelder opgesloten. Na enige tijd vraagt haar verloofde, die om de hoek op haar wacht, zich af waar haar ze blijft. Als hij zich bij de voordeur meldt, ondergaat hij eenzelfde lot.
Inmiddels weet een ambtenaar te ontsnappen via de achteruitgang. Hij rent naar het politiebureau op slechts enkele honderden meters afstand. Even later snellen twee wachtmeesters toe. Onmiddellijk beschieten ze de overvallers. De leider van de groep is evenwel een goede schutter en weet de agenten op afstand te houden. Ze zoeken dekking achter een boom.
Het schieten trekt meteen veel publiek. Vliegensvlug proppen de overvallers de zakken verder vol. Daarna springen er een paar in de gereedstaande auto die vervolgens richting Vijverberg verdwijnt.
Volgens plan zouden twee anderen uit de groep er met een fiets vandoor gaan. Vanwege de schietpartij slagen ze er echter niet in om bij de fietsen te komen. Ze slaan dan ook rennend op de vlucht.
De fietsen worden door agenten naar het politiebureau gebracht. Aan een ervan hangt een naamplaatje met het opschrift: E. Houtsma Plantsoenstraat. Voordat de fietsen op het bureau belanden, weet agent Dirk van der Horst het plaatje te verwijderen. Hij is ook degene die de verklaring opneemt van een getuige die zich het kenteken van de auto weet te herinneren. Daarvan maakt hij echter geen aantekening.
Onderweg worden de overvallers in hun vluchtauto geconfronteerd met een wegverspering met Duitse militairen. De chauffeur geeft echter vol gas en ramt de obstakels.
's Avonds meldt Annie de Graaf dat de mannen zijn ontkomen en dat zowel zij als de bonnen in veiligheid zijn.