De woonboot van Dina en Harm Wierenga

veilig onderkomen voor velen

In de vooroorlogse crisisjaren zijn er talloze projecten om werklozen aan het werk te houden. Ook na de Duitse inval worden in het kader van de werkverschaffing velen aan het werk gezet. Het kanaliseren en het beter bevaarbaar maken van de Oude IJsel is een van die projecten. Een aanzienlijke klus die zal worden uitgevoerd door Baggerbedrijf Wierenga.


Op 23 september 1940 is er bij boerderij Mulra in Eldrik een officiële bijeenkomst. Enkele toespraken luiden het begin in van baggerwerkzaamheden van de Oude IJssel. De bedoeling is om bepaalde delen van de rivier te kanaliseren en tot Ulft bevaarbaar te maken voor schepen tot vijfhonderd ton.
In het najaar van 1941 arriveren de baggerschepen in een konvooi in de Achterhoek. Daaronder bevinden zich ook een aantal woonarken, onder meer de Giny en de Dina van de broers Harm en Jan Wierenga. Zij zijn eigenaar van het bedrijf.


Harm en Dina Wierenga op hun woonboot Dina


De Giny vaart naar Silvolde. De Dina meert in Doetinchem aan, een ligplaats aan de Missetstraat tegenover de woning van Sachtleven.
Vanwege de spoorwegstaking komt er in september 1944 een einde aan de baggerwerkzaamheden, omdat de meeste baggeraars ervoor kiezen om bij hun gezin te zijn.
De schepen, waaronder de Giny, worden versleept naar Eldrik. Daar ligt ook de kleine woonark De Strânlip*. Echter niet meer in het water, maar op de wal. Jan Wierenga heeft er een grote hoeveelheid van het uitgebaggerde zand over heen gegooid. In de zandbult worden vervolgens diverse ruimtes gegraven. Daarna vormt het het hoofdkwartier van de verzetsgroep uit Hoog-Keppel en een tussenstop in een pilotenlijn via Zevenaar en Lobith naar het bevrijde zuiden.

De Kemnade, buitenverblijf van Kees Misset
(Karel Berkhuysen)


Harm Wierenga sleept de Dina twee kilometer stroomopwaarts naar kasteel De Kemnade. Daar meert hij de boot aan tussen de bomen en het dichte struikgewas. In de lege watertank is koper verstopt en elders op de boot bevinden zich radio’s, wapens en munitie.
Onder de vloer is een ruimte gecreëerd voor acht slaapplaatsen. Door de afgelegen ligging blijkt het een prima onderkomen voor diverse Britse piloten. Op die manier fungeert ook die boot als tussenstop in de pilotenlijn naar Didam, Zevenaar en Lobith.
Ook een gevluchte Rus, Nicolai uit Oekraïne, vindt er onderdak. Evenals een Amerikaan, twee Indische studenten en Doetinchemse politie-agenten. Ze wagen zich pas ‘s avonds buiten. Nicolai leert dan zelfs fietsen.
De Kemnade is het slechts op honderd meter afstand gelegen. Het is het buitenverblijf van uitgeverij-directeur Kees Misset. Hij bevindt zich nog in zijn woning in de Waterstraat, maar zijn vrouw Diny en dochter Pineke verblijven al enige tijd op het kasteeltje. Daar hebben ze met enkele Duitsers een relatie.
Daarnaast zijn er geregeld feestjes waar meerdere Duitsers aanwezig zijn. Toch worden de activiteiten rond de Dina niet ontdekt.
Ook een Duitser -Alte Heinrich genoemd- die belast is met graafwerkzaamheden ter verdediging en zich tijdens koude winterdagen geregeld op de boot komt verwarmen, heeft niet in de gaten dat er zich aan de andere kant van de dunne scheidingswand talloze onderduikers bevinden.


De ligplaats van de Dina aan de Oude IJssel, op ongeveer honderd meter –stroomafwaarts-, van de Kemnade. (Karel Berkhuysen)


Op palmzondag 1945 dreigt het echter toch mis te gaan als er plotseling een auto de oprijlaan bij de Kemnade op rijdt. Er stappen vijf Duitse militairen uit. Ze lopen rechtstreeks naar de Dina. Twee van hen doorzoeken de boot. Twee anderen blijven met machinegeweren in de aanslag op de oever. De vijfde gaat op een stoel op de oever zitten. Dan gaat Dina Wierenga voor hem staan.
“Welk geloof hebt u?", vraagt ze.
“Ich bin katholisch. Ich komme aus Bayern“, zegt de man.
“Dan moet u zich schamen om op palmzondag zo met ons om te gaan.”
“Sie haben recht”, antwoordt de verblufte Duitser en beveelt de overigen in te rukken.



* Fries voor strandloper: een watervogel
Bron: Volker, Doetinchem in oorlogstijd