De dood van Gerrit Kolks bij de
geheime kluis van Overling's Bank



door Harry Kolks

De heemkundige vereniging Old Sillevold heeft een paar jaar geleden het zeer lezenswaardige dagboek van (mr.) Henri de Groot, de zoon van het hoofd van de Silvoldse ULO/MULO uitgegeven: Een Silvolds Dagboek over de laatste oorlogsjaren.
Het is een eye-opener geworden, want met kennis van zaken en grote acribie is door de schrijver veel vastgelegd, wat onbekend of intussen vergeten was.
Henri de Groot schreef in het dagboek ook feiten neer, die hij elders vernomen had en zeker op het moment van schrijven niet verifiëren kon. Zo vermeldt hij op pagina 49 van deze uitgave, schrijvend over het bombardement op Doetinchem in maart 1945, dat Gerrit Kolks in de kerk (bedoeld is de Grote of Catharinakerk) om het leven gekomen is. Het ligt iets anders naar de woorden van mijn vader, die zijn oudste broer was. En ook naar de eensluidende gegevens van de andere broers en zusters van mijn oom Gerrit Kolks.

Gerhardus Bernardus Kolks werd in Silvolde geboren in 1891 als zoon van Johannes Lambertus (Lammert) Kolks en Hendrina Booms. Hij trouwde op latere leeftijd op 3 mei 1944 met Francina Gerharda Raben (tante Sien), die in 1918 geboren werd in Didam-Nieuw-Dijk.
Na hun huwelijk in dat oorlogsjaar woonde het paar boven Boekhandel Raadgeep in de Hamburgerstraat.
Mijn vader Hendrik, oom Antoon Kolks en oom Gerrit Kolks vormden samen het Aannemersbedrijf Firma gebroeders Kolks, als de opvolgers van vader Lammert, die het bedrijf in de negentiger jaren van de 19e eeuw begonnen was, overigens aanvankelijk in samenwerking met Steven van de Kemp senior.
In de Waterstraat, dichtbij de toren van de Catharinakerk stond in die jaren de bank van Overling. NV Overling’s Bank was een particuliere bank, in die jaren onder directie van Albertus Michael Overling en zijn zoon.

In en rond Doetinchem leefde voor de Tweede Wereldoorlog een grote joodse bevolkingsgroep. Toen duidelijk werd dat na de Duitse inval in 1940 de bezetter het met name op deze groep voorzien had, begonnen velen van hen onder te duiken. De vaak vermogende Joden wendden zich in deze noodsituatie tot Overling om bij die bank hun geld, goud, juwelen, effecten en andere waardepapieren veilig op te bergen tot betere tijden en zo het bezit uit handen van de bezetters te houden.
Overling nam vervolgens contact op met de drie broers Kolks om binnen zijn bank aan de Waterstraat een geheime kluis te bouwen ter bewaring van het joodse bezit.
Die kluis is vervolgens eigenhandig gebouwd door de drie broers. Om de groep, die van de geheime bergplaats kennis droeg, zo klein mogelijk te houden, werd geen personeel ingeschakeld bij de bouw ervan.
Bij het bombardement van Doetinchem op maandagmorgen 19 maart 1945 werd ook Overling´s Bank zwaar getroffen. De kluis was bedolven onder puin en om de inhoud ervan te redden moest deze zo snel mogelijk worden vrijgelegd en opengebroken. Dat kon alleen gebeuren door de drie broers Kolks zelf, omdat zij deze ingebouwd hadden. Overling heeft daartoe snelle hulp nodig gehad. Mijn vader woonde in Silvolde, te ver weg, Oom Antoon woonde bij de watertoren in Doetinchem. Oom Gerrit woonde een paar honderd meters verderop en was als eerste ter plekke. Terwijl hij bezig was, volgde op woensdag 21 maart het tweede bombardement. Tijdens het werk in het bankgebouw werd oom Gerrit door een bomscherf getroffen. Hij was direct dood, want hij werd door die scherf letterlijk onthoofd.
Gerrit Kolks werd dus niet in de kerk, maar vlakbij in de bank erachter, dodelijk getroffen.