Frans en Franz Leupold met de docent Frans, Van Sandwijck.
Een foto die op de dag van de hereniging is gemaakt.


De mysterieuze verdwijning van Franz Leupold

Op 28 december 1910 wordt in het Duitse Frankfurt am Main Franz Karl Theodor Leupold geboren. Hij groeit er vervolgens op en brengt er zijn jeugd door. Als hij een jaar of twintig is, werkt hij in een Konditorei. Daar ontmoet hij Kees Misset, de directeur van uitgeversmaatschappij Misset uit Doetinchem. Die ziet wel iets in de Duitser. Hij vraagt daarom of hij bij hem in dienst wil komen. Daar voelt Franz wel voor en in 1930 verlaat hij Duitsland, een land waar de wereldwijde crisis hard toeslaat en de politieke onrust toeneemt.
In de Achterhoek vindt Franz al snel zijn draai. Bij Misset wordt hij opgeleid door fotograaf Bloemers. Beiden zijn dan ook veel op stap voor het maken van fotoreportages voor de Graafschap-bode of voor een van de vele vakbladen van Misset.


Franz Leupold (vrnl) met Mineke Bloemers en Piet de Wilde


In 1933 ontmoet Franz de onderwijzeres Willy Pik, dochter van de Doetinchemse lederwarenfabrikant Pik. Ze trouwen en samen beginnen ze een fotozaak aan de Terborgseweg.


De fotowinkel van Franz en Willy Leupold aan de Terborgseweg

In alle vroegte vallen op 10 mei 1940 Duitse troepen Nederland binnen. Kort daarop bereiken ze ook Doetinchem. Vanuit hun woning zien Franz en Willy hoe ze in een lange colonne voorbijtrekken, op weg naar het westen.
Omdat Franz nog steeds de Duitse nationaliteit bezit, krijgt hij niet lang daarna een oproep om zich te melden om eveneens deel uit te gaan maken van Hitlers leger. Hij krijgt een zware opleiding in Hannover en wordt daarna naar Normandië gestuurd. In een bunker aan de kust, onderdeel van de Atlantikwall, bereidt hij zich voor op een mogelijke geallieerde invasie.
Vanaf dat moment durft Willy alleen nog maar over straat met haar ouders aan haar zijde. Alleen dan wordt ze niet uitgemaakt voor moffenhoer.
Tijdens een verlofperiode reist Franz naar Doetinchem en staat hij opeens bij Willy voor de deur. Hij blijft een paar dagen. Daarna vertrekt hij weer naar Normandië. Negen maanden later bevalt Willy van een dochter. Maar het kindje komt levenloos ter wereld.
Inmiddels zijn de Duitsers op diverse fronten aan de verliezende hand. De geallieerden landen in Italië en aan het oostfront rukt het Rode Leger na de Slag om Stalingrad steeds verder op.
door Karel Berkhuysen



In februari 1944 Komt Franz nog een keer naar Doetinchem. Onderweg, met name in België, noteert hij talrijke Duitse strategische posities. Hij tekent de stellingen uit en eenmaal in Doetinchem overhandigt hij de gegevens aan dokter Blokhuis die betrokken is bij het verzet in de stad.
Wederom moet hij na enige tijd terug naar Normandië. Maar eenmaal daar aangekomen deserteert hij. Hij wordt daarbij geholpen door Yvonne, een niet onaantrekkelijke Française uit Parijs die lid is van de Maquis, de Franse verzetsbeweging. Zij voorziet hem onder meer van burgerkleren. Vanaf dat moment maakt ook Franz deel uit van de résistance. Hij zorgt vooral voor informatie over Duitse verdedigingswerken aan de Normandische kust. Belangrijke gegevens, vooral als blijkt dat op 6 juni daar de geallieerde troepen landen. Er volgen genadeloze gevechten die aan beide zijden grote verliezen kennen.
Tijdens het laatste bezoek van Franz aan Doetinchem is Willy zwanger geraakt. Op 28 november, als Zuid-Nederland is bevrijd, bevalt ze van een zoon. Ze noemt hem Frans: Frans met een s. Als ze bij de Ortskommandantur aangifte van de geboorte doet, wil de Duitser Franz met een z noteren en de tweede naam Johan met dubbel n. Willy weigert daarmee akkoord te gaan en loopt kwaad weg. Dat betekent dat Frans niet officieel wordt aangemeld en ingeschreven.
In mei 1945 capituleert Duitsland en komt er een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Europa. Pas dan kan Willy in Arnhem aangifte doen van de geboorte van Frans. Vanwege het feit dat er sprake is van een vermiste vader met de Duitse nationaliteit kan hij echter niet als Nederlander worden ingeschreven. Hij blijft stateloos en krijgt een vreemdelingenpaspoort.
Willy wacht dan nog steeds op een teken van leven van Franz. Sinds zijn laatste bezoek aan Doetinchem heeft ze niets meer van hem vernomen. Ze heeft hem zelfs niet kunnen vertellen dat hij vader is geworden van een zoon.
Naarmate de tijd verstrijkt, verzoent ze zich met de gedachte dat hij de hevige gevechten in Normandië niet heeft overleefd. Een bericht dat hij is gesneuveld, blijft evenwel uit. Franz staat dan ook als vermist te boek. En hij blijf vermist. Die vermissing betekent dat Willy jaren later met de handschoen moet scheiden.

rechtstreekse uitzending
In de zomer van 1968 wordt voor de 55ste keer de Tour de France verreden. Een ongekende spannende editie, want op de voorlaatste dag gaat de Belg Herman van Springel aan de leiding op slechts 17 seconden gevolgd door Jan Janssen. Een tijdrit van 54 kilometer op de laatste dag moet de beslissing brengen.
Die allesbeslissende dag zal de Tour de France voor het eerst rechtstreeks door de Nederlandse televisie worden uitgezonden.
Het wordt een historisch uitzending. Want Jan Janssen gaat uiteindelijk met maar liefst 55 seconden voorsprong op Van Springel over de finish. Daar, op de wielerbaan in het Bois de Vincennes in het zuidelijke deel van Parijs, wint voor het eerst een Nederlander de Tour. Temidden van hossende landgenoten gaat de huilende Jan Janssen op de schouders.
Opgetogen kijken Willy en haar inmiddels 23-jarige zoon Frans en haar ouders in hun Doetinchemse huiskamer in de Wilhelminastraat naar die beelden. Als het hossen voorbij is, loopt Frans de kamer uit. Als hij even later terugkomt, zit iedereen als verstijfd naar de televisie te kijken. Geschrokken vraagt hij wat er aan de hand is. Onthutst zegt zijn moeder; “We hebben zojuist je vader op televisie gezien. Hij was Jan Janssen aan het filmen.”

Eigenlijk kan het niet, denkt Frans. Het is te onwaarschijnlijk om waar te zijn. Maar het blijft hem bezighouden. Zou hij het toch echt zo zijn, vraagt hij zich voortdurend af. Hij moet het weten. Hij schakelt daarom allerlei mensen in. Ook iemand die contacten heeft met de Franse politie.
Na geruime tijd blijkt dat er een dossier in Parijs bestaat met daarop de naam Franz Leupold. Maar als vervolgens de door Frans ingeschakelde detective vraagt om het in te mogen zien, wordt hem dat geweigerd. Het dossier blijkt door de Franse geheime dienst als uiterst geheim te zijn bestempeld.
Maar het lijkt erop dat er nog steeds een Franz Leupold bestaat. Na enig speuren vindt de detective een adres, midden in Parijs.
“Op dat bericht had ik al die tijd gewacht”, vertelt Frans. “Onmiddellijk heb ik mijn leraar Frans van de mulo, meneer Van Sandwijck, gevraagd mee te gaan naar Parijs. Ik sprak immers amper Frans.”

Een paar dagen later al, op 9 november 1974, rijden beiden Parijs binnen. “Na enig zoeken, vonden we het adres: Rue de Fenoux. Het bleek een woning op de vijfde etage. Ik vroeg Van Sandwijck om de huismeester aan de praat te houden, zodat ik ongezien naar boven kon komen. Ik wist immers niet hoe, indien het mijn vader zou zijn, hij zou reageren.”
Als Frans aanbelt, doet een man de deur open. Als Frans vraagt of hij Franz Leupold is, bevestigt hij dat. “Dan ben ik je zoon”, zegt hij.
“Dat kan niet”, is de eerste reactie van Franz. Hij is overdonderd. Maar vervolgens nodigt hij de beide mannen hartelijk uit om binnen te komen. Daar stelt hij hen voor aan zijn vrouw Yvonne.


Frans, Franz en Yvonne


Vanwege zijn desertie en zijn verzetsactiviteiten blijkt Franz Leupold direct na de oorlog te zijn beschermd door de Franse staat. “Hij had onder diverse valse namen geleefd”, vertelt Frans. “En daarnaast bleek hij te zijn getrouwd met de verzetsstrijdster Yvonne. Hij had een geheel nieuw leven opgebouwd. Het was voor ieder van ons een situatie waar we aan moesten wennen. Maar na verloop van tijd werd het een fijn contact, ook met de Franse familie. Meerder keren per jaar ben ik daarna naar Frankrijk gegaan. Ook nadat mijn vader in 1985 was overleden.”
Inmiddels is Frans gepensioneerd. Dit jaar wordt hij 75 jaar. Dat maakt dat hij nog vaker dan voorheen Frankrijk kan bezoeken. Een land dat in de loop der jaren zijn tweede vaderland is geworden. Een land waarvan hij is gaan houden. Het is dan ook geen toeval dat hij uit hobby leverancier in Nederland is geworden van champagne. Onder de naam Chateau Francois.
Hij heeft me, voorafgaand aan het interview een prachtige fles cadeau gegeven. Erna schenk ik ons beiden een glas in. We proosten: “Op Jan Janssen”, zeg ik.