Mijn ouders hadden een boerderijtje aan de Turfweg in Doetinchem. Ik was wat ze een nakomertje noemen. Mijn oudste broer Jan was 20 toen ik werd geboren. Naast Jan had ik nog twee broers Johan en Herman en een zus Riek.
We hadden een kleine boerderij met weinig grond. Om zijn gezin te onderhouden werkte mijn vader op het landgoed Groenendaal van de gebroeders Kees en Henk Misset. Mijn vader was verantwoor-delijk voor het werk op het landgoed, waar een boerderij een vliegveld en een zwembad was. Zowel thuis als bij Misset werkte vader vaak samen met mijn broer Jan.
Jan was 26 jaar oud toen Nederland in oorlog raakte. Hij was al in militaire dienst geweest en bij het uitbreken van de oorlog moest hij zich ‘voor zijn nummer’ melden bij de kazerne in Harskamp, alwaar hij ingedeeld was in het peloton huzaren wielrijders.
Begin mei 1940, dat herinner ik mij nog goed, zat ik in de eerste klas van de lagere school in IJzevoorde. De kleuterschool bestond toen nog niet en het schoolseizoen begon destijds in april. dus ik ging nog maar net naar school.