Clyde Alexander Spencer

Private

The Calgary Highlanders, R.C.I.C.

G - 1890

Clyde Alexander Spencer wordt geboren op 5 mei 1924 in Parker’s Ridge, N.B. Zijn beide ouders zijn van Schotse komaf. Zijn vader, Harvey Tennyson Spencer is een Eerste Wereldoorlog veteraan en dient in de Veterans Guard of Canada. Moeder Mary Elizabeth overlijdt in december 1929, Clyde Alexander is dan pas vijf jaar oud. Samen met zijn broertje Leon George wordt hij opgevoed door zijn vader en grootmoeder. In 1943 hertrouwt zijn vader, Clyde Alexander blijft liever bij zijn grootmoeder en gaat bij haar wonen.
Clyde Alexander is Baptist.
Hij doet het goed op school. Van zijn zesde tot zestiende bezoekt hij een school in Parker’s Ridge. En hoewel hij er veel plezier in heeft stopt hij halverwege Grade 8 om te gaan werken zodat hij zijn eigen brood kan gaan verdienen. In de zomer werkt hij op boerderijen en in de winter is hij houthakker. In zijn vrije tijd speelt hij graag softbal of gaat zwemmen, vissen, jagen of skiën. Hij leest graag fictie en kranten. Drinken doet hij niet. De laatste vijf maanden voor zijn aanmelding werkt hij bij Arthur Burnett in Springhill, N.B. Na de oorlog wil hij graag bij deze werkgever terugkeren.
Vanuit Springhill meldt hij zich op 23 augustus 1943 in Fredericton, N.B. aan voor actieve dienst in het Canadese leger, Clyde Alexander is dan negentien jaar oud en vrijgezel.
Hij wordt omschreven als een gezonde jongeman, betrouwbaar, vriendelijk, goed gehumeurd, coöperatief en strijdlustig. Hij is nooit serieus ziek geweest en heeft nooit in het ziekenhuis gelegen. Hij is 1,72 meter lang, weegt 62 kilogram. Hij heeft grijze ogen en lichtbruin haar. Hij geeft aan een opleiding tot motorrijder en monteur te willen volgen, dit krijgt hij ook mee als aanbeveling van de dienstdoende kapitein tijdens zijn aanmeldingsinterview.
Clyde Alexander begint zijn diensttijd in het trainingscentrum A13 in Listowel, Ontario. Hier verblijft hij twee maanden. Hij wordt in Listowel geschikt verklaard voor een opleiding tot monteur.
In november 1943 wordt hij overgeplaatst naar Camp Borden, Ontario om zijn training te vervolgen. In de bijna vijf maanden die hij hier doorbrengt, met een kort verlof met Kerstmis, haalt hij zijn kwalificatie als Class 3 Driver en rond hij zijn monteursopleiding af en is hij klaar voor dienst overzee.
Vanuit Transit Camp Windsor gaat Clyde Alexander op 30 maart 1944 aan boord om verscheept te worden naar Engeland. Zaterdag 8 april gaat hij van boord en verandert zijn rang van Trooper naar Private en wordt hij ingedeeld bij de Canadian Base Reinforcement Group.
Drie maanden training in Engeland maakt hem klaar om verscheept te worden naar Frankrijk, hier arriveert hij op vrijdag 14 juli 1944. De nationale feestdag in Frankrijk waarbij de Franse Revolutie van 1789 wordt herdacht. Vier jaar lang, vanaf 1940, is deze dag in Frankrijk geruisloos voorbij gegaan. In 1944 wordt deze voor het eerst weer voorzichtig gevierd op Franse bodem in de bevrijde gebieden in Normandië.
Clyde Alexander wordt een week na aankomst in Frankrijk ingedeeld bij de Calgary Highlanders. De Highlanders zijn dan onderdeel van Operatie Atlantic en bevinden zich ten zuiden van Caen, Normandië. Na de val van Caen hebben de Duitsers zich onder andere teruggetrokken op de heuvelrug van Verrières en kunnen op die manier alle troepenbewegingen van de geallieerden in de gaten houden. Zo ook Hill 67. Hoewel de kilt al in 1939 niet meer gedragen wordt op het slagveld klinken op 19 juli voor het eerst en laatst deze oorlog de doedelzakken die de Calgary Highlanders in hun voorwaartse troepenbeweging begeleiden, heuvelopwaarts. Dertig minuten nadat de Calgary Highlanders de heuvel hebben ingenomen blijken de Duitsers zich toch niet zo heel makkelijk over te geven. Een gevecht van drie dagen volgt, éénendertig Canadese soldaten sneuvelen op Hill 67. De Calgary Highlanders trekken verder naar het zuiden, naar Claire Tison.
Clair Tison is een dorp met wat stenen boerderijen, gelegen in een vallei aan de rivier de Laise. Na een dag lopen, het is 12 augustus en een zeer warme dag, gaan de Highlanders de nacht in zonder slaap. Om 01:45, het is een donkere, mistige nacht, wordt de aanval ingezet. Allereerst wordt Le Mesnil ingenomen, een dorp ten noorden van Clair Tison.
Op 13 augustus, om 14.00, wordt de aanval op Clair Tison ingezet. De Canadezen worden hevig onder vuur genomen door Duitse legereenheden, maar in de avond is de brug over de Laise ingenomen door de Highlanders en krijgen ze na veel inspanning even rust. Om daarna, in september 1944, betrokken te zijn bij de slag om Duinkerke, Frankrijk en Oostende aan de Belgische kust. Via Brugge trekken de Highlanders om de oostelijke rand van Antwerpen, richting Hoogerheide en de slag om de Schelde. Het is dan september 1944, Clyde Alexander is nu één maand in West-Europa. De slag om de Schelde duurt vijf weken, met enkele van de moeilijkste gevechten uit de gehele oorlog, maar de Canadezen slagen er, samen met de Polen en Britten, in om de Scheldemonding weer open te krijgen voor vervoer over water naar Antwerpen. Na deze strijd, waarbij de Calgary Highlanders grote verliezen lijden, maken de Highlanders zich op voor een lange winter in de omgeving van Nijmegen.

Vanaf 8 februari 1945 zijn de Calgary Highlanders onderdeel van Operatie Veritable in het Reichswald. Na hevige gevechten is het eind maart eindelijk mogelijk de Rijn over te steken en kan een enorme troepenmacht beginnen aan de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. De Canadezen trekken via Ulft, Terborg en Gaanderen op richting Doetinchem.
Op zondag 1 april 1945, het is Eerste Paasdag, bereiken Canadese troepen via de Terborgseweg Doetinchem. Ze worden aan de oostelijke stadsrand opgewacht door mensen van het verzet. Na een kort overleg rukken de Canadezen op naar het centrum, terwijl een grote troepenmacht om de stad trekt.
In en rond de binnenstad ontbrandt vervolgens een heftige strijd. De Duitsers hebben de wegen geblokkeerd met tramwagons, volgegoten met beton. De Canadezen zetten onder andere vlammenwerpers in om de Duitsers uit te schakelen. Tientallen Duitsers vinden daarbij de dood en vele panden branden af. Ook sneuvelen elf Canadezen.
Pas de volgende middag, maandag 2 april, Tweede Paasdag, is Doetinchem bevrijd.
Eén van de elf omgekomen Canadezen is de 20-jarige Clyde Alexander Spencer. Eerste Paasdag, zondag 1 april, raakt hij zo zwaar gewond in de straten van Doetinchem dat hij wordt vervoerd naar een eerste hulppost van zijn regiment. Maandag 2 april overlijdt Clyde Alexander aan zijn verwondingen en wordt tijdelijk begraven in Bedburg, Duitsland. Op 13 augustus 1946 ontvangt vader Harvey een brief dat zijn zoon is herbegraven in Groesbeek, plot XIV. A. 11.
Clyde Alexander Spencer heeft na 589 dagen actieve dienst de volgende onderscheidingen ontvangen:
  • 1939 – 45 Star
  • France & Germany Star
  • War medal
  • Canadian Volunteer Service Medal & Clasp


BLESSED

ARE THE PURE IN HEART

FOR THEY SHALL SEE GOD



Levensverhaal: Sigrid Norde Research Team Faces To Graves



Bronvermelding

Commonwealth War Graves Commission
National Library and Archives Canada
http://www.calgaryhighlanders.com/http://www.bac-lac.gc.ca/eng/discover/military-heritage/first-world-war/first-world-war-1914-1918-cef/Pages/image.aspx?Image=112927a&URLjpg=http%3a%2f%2fdata2.archives.ca%2fcef%2fgat3%2f112927a.gif&
http://militarybruce.com/abandoned-canadian-military-bases/canadian-army-training-centres-of-world-war-ii/
https://www.torontopubliclibrary.ca/detail.jsp?Entt=RDMDC-TSPA_0002112F&R=DC-TSPA_0002112F
https://www.75jaarvrijheid.nl/2138329-14-juli-1940-de-fransen-vieren-hun-nationale-feestdag-in-londen
https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/doetinchem/doetinchem-in-de-tweede-wereldoorlog
https://www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/tweede-wereldoorlog/547-de-bevrijding-van-hummelo-2-april-1945.html
http://www.hanshendriksen.net/

English

Clyde Alexander Spencer was born on 5 May,1924 in Parker’s Ridge, New Brunswick, Canada. Both his parents were of Scottish descent. His father, Harvey Tennyson Spencer was a First World War veteran and served in the Veterans Guards of Canada. When Clyde Alexander was just five years old, his mother Mary Elizabeth died in December,1929.
Together with his brother Leon George, he was brought up by his father and grandmother. In 1943, his father married again but Clyde Alexander preferred to stay with his grandmother. He was of the Baptist faith.

It went well at school and for ten years from the age of 6 to 16 he attended a school in Parker’s Ridge. Although he liked school, he left during grade 8 in order to go to work and earn his keep. In the summer he worked on farms and in the winter as a lumberjack. In his free time he liked to play softball and used to fish, hunt and ski; he enjoyed reading books of fiction and newspapers. He did not drink. During the last five months before he joined the army he worked for Arthur Burnett in Springhill, NB and said he would like to go back to this employer after the war.
From Springhill, he reported for active service in the Canadian Army on 23 August,1943 in Fredericton NB. Clyde Alexander was then nineteen years old and a single man.

In the first interview, the duty captain wrote of Clyde Alexander that he found him a healthy young man, trustworthy, friendly, good humoured, cooperative and combative. He had never been seriously ill or admitted to hospital. He was 1.72m tall, weighed 62 kilos with grey eyes and light brown hair. He said he would like to train as a motorcyclist and mechanic and this was the recommendation he received from the officer.
His training began in Listowel, Ontario in centre A13 where he stayed for two months. He seemed suitable for a mechanic’s training.
In November he was transferred to Camp Borden also in Ontario to continue his training and during the almost five months stay there he qualified as a class 3 driver and finished off his training as a mechanic; he was now considered suitable for service overseas. He was given a short Christmas leave.


On 30 March,1944, Clyde Alexander left transit camp Windsor and boarded the ship that would take him to England where he arrived on 8 April. His rank changed from Trooper to Private and he was placed with the Canadian Base Reinforcement Group. After three more months training, he was sent to France and arrived there on Friday,14 July, the national day when France remembers the Revolution of 1789. For four years from 1940 on this day had passed in silence but on 14 July,1944 it was again modestly celebrated in the liberated areas of Normandy.
A week after his arrival, Clyde Alexander was attached to the Calgary Highlanders who at that time were taking part in Operation Atlantic to the south of Caen in Normandy. After the fall of Caen, the Germans had retreated to the hills of Verrières and from there could observe all the allied troop movements. Also at Hill 67. Although since 1939 the Scottish kilt was no longer worn on the battlefield, the bagpipes sounded for the first and last time in this war on 19 July, accompanying the advance of the Calgary Highlanders up the hill. Thirty minutes after they had taken it, the Germans retaliated; a three day battle ensued and thirty one Canadian soldiers died on Hill 67. The Calgary Highlanders moved further south in the direction of Claire Tyson.
Claire Tyson is a village with stone farmhouses, lying in a valley with the de Laise river running through it. On 12 August, in very warm weather, the Highlanders walked all day and into the night without sleep; at 1.45 on a dark, misty night an attack was launched and Le Mesnil, a village to the north of Claire Tyson, was taken. The next day, at 14.00 the battle continued with the Canadians subjected to heavy fire from German units, but by evening the bridge over the river de Laise was reached and the village of Claire Tyson freed; the Highlanders were at last able to enjoy a well earned rest.
After that, in September the regiment was involved in the battles round Dunkirk and Ostend on the Belgian coast. From Bruges it moved by the outskirts of Antwerp in the direction of Hoogerheide where the battle of the Schelde was taking place; it was to last five weeks. Clyde Alexander had now been a month in Western Europe and was to take part in one of the most difficult battles of the whole war.




The Canadians finally succeeded, together with the Poles and the British in opening the mouth of the Schelde river, thus allowing ships again to transport goods to the port of Antwerp. After this battle in which the Calgary Highlanders suffered heavy losses., they prepared themselves for a long winter in the Netherlands in the area round Nijmegen.
From 8 February,1945, the Highlanders were part of Operation Veritable in the German Reichswald (forest). By the end of March after heavy fighting, it was finally possible to cross the Rhine and an enormous army could begin to liberate the eastern and northern part of the Netherlands. The Canadians moved via Ulft, Terborg and Gaanderen in the direction of Doetinchem.
On Easter Sunday, 1 April they reached the city via the Terborgseweg and were met on the eastern outskirts by members of the resistance. After a short consultation, a big force surrounded the town and the Canadians continued to the centre. They met with considerable resistance and the Germans had blocked the roads with trams, filled with concrete. The Canadians used flamethrowers and other weapons to try and disable the enemy. Dozens of Germans were killed and many buildings were burned out. Eleven Canadian lives were lost. Not until the following afternoon, 2 April, was Doetinchem liberated.
One of the eleven Canadians killed was the twenty year old, Clyde Alexander Spencer. He was so seriously wounded on Sunday, 1 April, on the streets of Doetinchem, that he was taken to the regiment’s medical post, where he died the next day, 2 April. He was temporarily buried in Bedburg Hau in Germany. His father Harvey received a letter on 13 August,1946 saying that his son had been reburied in the Canadian Military Cemetery in Groesbeek, in the Netherlands. Plot XIV. A. 11.
After 589 days active service, Clyde Alexander Spencer received the following awards:
  • 1939 – 45 Star
  • France & Germany Star
  • War Medal
  • Canadian Volunteer Service Medal & Clasp
BLESSED
ARE THE PURE IN HEART
FOR THEY SHALL SEE GOD
Life story by: Sigrid Norde, Research Team Faces To Graves