Archibald William Thompson

Private

The Calgary Highlanders, R.C.I.C.

L - 107032

Archibald William Thompson wordt geboren op 25 juli 1924 in Herbert, Saskatchewan. Zijn ouders zijn Robert en Mary Thompson, beide van Schotse komaf. Moeder Mary overlijdt op 18 december 1931, vader Robert op 15 februari 1932. Dat maakt Archibald op 7-jarige leeftijd wees. Samen met zijn zus Laura en zusje Jessie groeit hij op bij zijn grootmoeder in Herbert. Wanneer Archibald in dienst treedt is zijn zus Laura getrouwd met Wesley Harry Janzen en is lerares, Jessie gaat nog naar school.
Archibald William is lid van de United Church of Canada.
Van zijn 6e tot 18e gaat Archibald naar een school in Saskatchewan. Hij gaat over naar Grade 11, maar maakt het jaar niet af. Tijdens vakanties werkt hij als knecht op boerderijen en heeft daar tractor leren rijden. Zijn laatste werkgever is Fred Lietz in Herbert. In zijn vrije tijd speelt hij softbal, gaat biljarten en doet hij enthousiast aan curling. Hij kan niet zwemmen en houdt niet van lezen. Waar hij wel van houdt zijn meisjes, hij zit op dansles en gaat naar shows.
In 1940 wordt in Canada de National Resources Mobilization Act aangenomen. Beschikbare mannen worden opgeroepen zich te registreren om in dienst te gaan, in eerste instantie om het thuisland Canada te verdedigen. Later worden deze mannen ook ingezet voor dienst overzee. Hoewel er geen aanmeldformulier in de Service Files van Archibald te vinden is, lijkt hij hier gehoor aan te hebben gegeven.
Na het verlaten van zijn school is hij vanaf december 1942 tot oktober 1943 ingedeeld bij de King’s Own Rifles of Canada in Herbert. Op 1 oktober 1943 meldt hij zich in Regina, Sask, aan voor actieve dienst in het Canadese leger, Archibald is dan negentien jaar oud en vrijgezel.
Hij wordt omschreven als een grote kerel met een uitstekende fysieke conditie. In 1943 zijn zijn amandelen verwijderd, hij heeft een klein litteken op zijn rechterheup en slist een beetje. Hij heeft blauwe ogen, bruin haar, is 1.80 meter lang en weegt 71 kilo. Hij gaat wat nonchalant om met zijn uiterlijk, gedraagt zich een beetje arrogant, heeft al wat training gehad en is bereid om waar dan ook te worden ingezet. Zijn intelligentie is iets onder het gemiddelde, maar hij is erg goed in wiskunde. In zijn tijd bij de kadetten heeft hij een korte training gehad als seiner. Hij wordt ingeschat als een goede soldaat.
Na een maand in een trainingscentrum in Regina wordt Archibald Alexander overgeplaatst naar een trainingscentrum in Yarmouth, Nova Scotia. Daar belandt hij zes dagen in het Yarmouth Military Hospital. Ook is hij één keer, één dag, negentien uur en dertig minuten, afwezig zonder toestemming. Daarvoor krijgt hij een vermaning en moet hij twee dagen soldij inleveren.
Op 9 januari 1944 wordt hij nogmaals overgeplaatst, nu naar trainingscentrum Aldershot, Nova Scotia. Daar wordt hij opnieuw geïnterviewd. Hij heeft tot nu toe geen fysieke klachten en de aanbeveling van de dienstdoende leger examinator is dat Archibald het beste tot zijn recht zou komen bij de infanterie bij een algemene versterkingseenheid en een opleiding zou kunnen volgen tot chauffeur.
Vanaf 1 maart 1944 rond hij zijn basistraining af in Camp Borden, Ontario. Hier ligt hij in maart achttien dagen in het militaire hospitaal. Wat er aan de hand is is niet duidelijk.
In de avond van 31 mei 1944 vindt er voor Archibald een vervelend incident plaats. Na schietoefeningen die plaats vonden in de avond gaat zijn sectie om 22.15 naar de mess. Het regent hevig en het onweert. Archibald staat vlak naast de lichtschakelaar in de mess wanneer de bliksem inslaat. Hij valt neer op de grond en is enige tijd bewusteloos. Hij wordt op een stretcher gelegd en naar een hulppost gebracht. Hij wordt onderzocht en lijkt ongedeerd, mag opstaan, maar lijkt last te hebben van een lichte shock. Na een nacht rust, vervolgt hij de volgende ochtend zijn training.
1 juli 1944 wordt Archibald goed genoeg getraind bevonden voor dienst overzee bij de infanterie. Op 12 juli stapt hij aan boord van een schip dat hem naar Engeland brengt.
Woensdag 19 juli komt Archibald aan in Engeland, hij verblijft hier drie maanden in een trainingskamp. Maandag 16 oktober 1944 zet hij voet aan wal in België, ruim tien dagen later wordt hij ingedeeld bij de Calgary Highlanders. De Highlanders bevinden zich op dat moment nog in Zeeland en hebben enorme verliezen geleden in de Slag om de Schelde. Vanuit Zeeland trekken ze richting Nijmegen om daar in de omgeving de winter door te brengen.
Vanaf 8 februari 1945 zijn de Calgary Highlanders onderdeel van Operatie Veritable in het Reichswald. Na hevige gevechten is het eind maart eindelijk mogelijk de Rijn over te steken en kan een enorme troepenmacht beginnen aan de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. De Canadezen trekken via Ulft, Terborg en Gaanderen op richting Doetinchem.





Levensverhaal: Sigrid Norde,

Research Team Faces To Graves

Op zondag 1 april 1945, het is Eerste Paasdag, bereiken Canadese troepen via de Terborgseweg Doetinchem. Ze worden aan de oostelijke stadsrand opgewacht door mensen van het verzet. Na een kort overleg rukken de Canadezen op naar het centrum, terwijl een grote troepenmacht om de stad trekt.
In en rond de binnenstad ontbrandt vervolgens een heftige strijd. De Duitsers hebben de wegen geblokkeerd met tramwagons, volgegoten met beton. De Canadezen zetten onder andere vlammenwerpers in om de Duitsers uit te schakelen. Tientallen Duitsers vinden daarbij de dood en vele panden branden af. Ook sneuvelen elf Canadezen.
Pas de volgende middag, maandag 2 april, Tweede Paasdag, is Doetinchem bevrijd.
Eén van de elf omgekomen Canadezen is de 20-jarige Archibald William Thompson. Eerste Paasdag, zondag 1 april, sneuvelt hij in de straten van Doetinchem en krijgt hij een tijdelijk graf naast school Oosseld aan de Dennenweg te Doetinchem.
Op 10 augustus 1946 krijgt zijn zus, Laura Janzen, ondertussen wonende te White Rock, B.C., een brief dat haar broer is herbegraven in Groesbeek, plot XIX D. 2.
In zijn testament is sprake van twee Victory Bonds van vijftig dollar. De Victory Bonds zijn een soort obligaties die burgers van de regering konden kopen om de oorlog te sponsoren. Eén van de Bonds heeft hij aan zijn grootmoeder gegeven. De andere is voor zijn zusje Jessie om haar studie te bekostigen. Ook is er nog de boerderij met 480 hectare grond van zijn ouders in Herbert, notaris McClelland regelt de erfenis rond de boerderij.
Archibald William Thompson heeft na 549 dagen actieve dienst de volgende onderscheidingen ontvangen:
  • 1939 – 45 Star
  • France & Germany Star
  • Canadian Volunteer Service Medal & Clasp


YOURS HAS THE SUFFERING BEEN;
THE MEMORY SHALL BE OURS


Bronvermelding

Commonwealth War Graves Commission
National Library and Archives Canada
https://www.myheritage.nl/research/collection-1/myheritage-stambomen?s=141654041&itemId=183212812-1-33&action=showRecord&recordTitle=Archie+Thompson
http://www.calgaryhighlanders.com/history/highlanders/1939-45/dcompany.htm
http://www.wartimeheritage.com/storyarchive2/storycamp60.htm
https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/doetinchem/doetinchem-in-de-tweede-wereldoorlog
https://www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/tweede-wereldoorlog/547-de-bevrijding-van-hummelo-2-april-1945.html
http://www.hanshendriksen.net/

English version

Archibald William Thompson was born 25 July,1924 in Herbert, Saskatchewan, the son of Robert and Mary, both of Scottish descent. His mother Mary died 18 December, 1931 and his father Robert only two months later, 15 February, 1932, making Archibald an orphan at the age of seven. Together with his sisters, Laura and Jessie, he was brought up by his grandmother. At the time he went into the army, his sister. Laura was married to Wesley Harry Janzen and was working as a teacher.; sister Jesse was still at school. The family attended the United Church of Canada.

From the age of six until he was eighteen Archibald went to school in Saskatchewan; he reached grade XI but did not finish the year. During his holidays he used to work on farms and learnt to drive a tractor. His last employer was Fred Lietz in Herbert. In his free time he liked to play softball and billiards. He was enthusiastic about curling. He could not swim and was not keen on reading. He really liked socialising with girls and going to dancing classes and shows.

In 1940 the National Resources Mobilization Act came into force in Canada; all available men were asked to register and enter the armed forces in order to defend the home land in the first place. Later these men were also drafted for service overseas. Although there are no registration forms to be found in Archibald's service files, he appears to have responded to the call.
After leaving school he served with the King' Own Rifles of Canada in Herbert from December 1942 until October 1943.
On 1 October that year, he enlisted in Regina, Saskatchewan for active service in the army; he was 19 years old and single.

Archibald was described as a big guy with an excellent physical condition, 1.80 m tall, weighing 71 kilos with brown hair and blue eyes. His tonsils were removed in 1943 and he lisped a little; there was a small scar on his right hip. He was somewhat nonchalant about his appearance and behaved rather arrogantly at times. But he declared himself willing to being deployed anywhere. He was judged to be a little below average intelligence although very good in maths. In the cadets he had been a signalman.
He spent the first month training in Regina and was then transferred to a centre in Yarmouth, Nova Scotia. While there he spent six days in the Yarmouth Military Hospital. He was also once late returning to barracks by one day, nineteen hours and thirty minutes for which he was reprimanded and forfeited two days pay.

He was moved on 9 January, 1944 to the Aldershot training centre, Nova Scotia and was again interviewed. He was found to have no physically problems and the army service examiner recommended that Archibald would be best suited in the infantry in a general reinforcement unit with a training as a driver of army vehicles. He finished his basic training in Camp Borden, Ontario from 1 March onwards. In the same month he spent eighteen days in the military hospital; it was not clear what his problem was.

On 31 May, 1944 there was an unpleasant incident involving Archibald. After shooting practice, his section returned to the mess during a storm with heavy rain. Archibald stood by the light switch in the mess when lightning struck. He fell to the ground and was unconscious for a time. He was put on a stretcher and taken to the first aid station. He was examined and seemed unhurt but as he got up, he seemed to have suffered a light shock. After a night's rest he was able to continue training the next morning.
By 1 July, Archibald was deemed to have received enough training and be ready for service overseas in the infantry. He boarded ship 12 July and reached England seven days later, spending the next three months training there. He reached Belgium 16 October and was placed with the Calgary Highlanders ten days later. At that time the Highlanders had reached Zeeland in the Netherlands; having suffered an enormous loss of life in the Battle of the Schelde. In early November, the regiment reached the Nijmegen area and spent the winter there.

The Calgary Highlanders took part in Operation Veritable which began
8 February,1945 on German territory in the Reichswald. After more than six weeks of heavy fighting it was possible for a huge Allied force to cross the Rhine towards the end of March and begin on the liberation of northern and eastern parts of the Netherlands. The Canadians passed through Ulft, Terborg and Gaanderen in the direction of Doetinchem.

They reached Doetinchem via the Terborgseweg on Easter Day, 1 April, 1945. Men from the Dutch resistance met them on the eastern side of the town. After a short discussion, troops surrounded the town and the Canadians continued to the centre. Fierce fighting broke out; the Germans had blocked the roads with trams filled with concrete. The Canadians used flame throwers which caused the destruction of many buildings. Dozens of German soldiers were killed. Eleven Canadian soldiers lost their lives before the town was liberated the next day, 2 April.

One of the fallen was Archibald William Thompson who died in the streets of Doetinchem on Easter Day, 1 April. He was temporarily buried near the Oosseld school on the Dennenweg.

On 10 August, 1946 his sister Laura Janzen, who then lived in White Rock, British Columbia, received a letter saying that her brother had been reburied in the Canadian Military Cemetery, Groesbeek. Plot XIX. D. 2.

Archibald had. bought two fifty dollar Victory Bonds issued to raise funds sponsoring the war effort. In his will he bequeathed one to his grandmother and the other to his sister, Jesse to help pay for her studies. There was also the farm with 480 hectares land in Herbert; this the notary Mc Clelland settled.


Archibald William Thompson served 549 days in the army and received the following awards:
•1939 – 45 Star
•France & Germany Star
•Canadian Volunteer Service Medal & Clasp



YOURS HAS THE SUFFERING BEEN;
THE MEMORY SHALL BE OURS



Life story: Sigrid Norde, Research Team Faces To Graves