Stanley Edward Turner

Private

The Calgary Highlanders, R.C.I.C.

M - 39575

Stanley Edward Turner wordt geboren op 6 augustus 1919 in Fort Saskatchewan, Alberta. Zijn ouders zijn William Henry en Annie Turner. Annie is van geboorte een Britse. Bij indiensttreding van Stanley Edward wordt vermeld dat beide ouders zijn overleden, maar wanneer is niet duidelijk. Stanley Edward woont bij zijn stiefmoeder, Maggie Turner. Ook heeft hij een stiefbroer, George Ellis en één oom; George Arthur Turner.
Stanley Edward is lid van de Church of England.
Aan het einde van Grade 6, op vijftienjarige leeftijd, verlaat Stanley Edward het onderwijs om te gaan werken op een boerderij. Daar leert hij om op een tractor, vrachtwagen en auto te rijden en deze te repareren. Na de oorlog wil hij graag terugkeren op de boerderij in Balsam Grove, Alberta.
In 1940 wordt in Canada de National Resources Mobilization Act aangenomen. Beschikbare mannen worden opgeroepen zich te registeren om in dienst te gaan, in eerste instantie om het thuisland Canada te verdedigen. Later worden deze mannen ook ingezet voor dienst overzee. Eén van deze mannen is Stanley Edward Turner. Op 19 maart 1941 meldt hij zich aan in Calgary, Alberta, voor zijn dienstplicht. Hij is dan 21 jaar oud, werkt op de boerderij in Balsam Grove en krijgt legernummer: M – 600050.
Hij is gezond, vrijgezel, 1,72 meter lang, weegt 75 kilo, heeft blauwe ogen, bruin haar en een donkere huidskleur. Op de vingers van zijn linkerhand zitten littekens.
De eerste 57 dagen van zijn diensttijd brengt hij door in Camrose trainingscentrum. Hij ligt hier vijf dagen in het ziekenhuis met Rodehond. Daarna volgen nog 48 dagen in het trainingscentrum in Red Deer, Alberta.
Om onbekende redenen krijgt hij na zijn tijd in Red Deer uitstel van zijn diensttijd. In november 1941 meldt hij zich echter weer in Calgary waar hij wordt ingezet in het District Depot. Maar van 22 november tot 23 december is hij afwezig zonder toestemming en moet 32 dagen loon inleveren.
In juli 1942 krijgt hij een maand verlof, zeer waarschijnlijk om te helpen bij het oogsten op de boerderij. Bij terugkomst word hij overgeplaatst naar het Experimental Station Sufffield, Alberta, een militair onderzoeksstation, vijf kilometer ten noorden van Suffield. Hier worden tijdens de Tweede Wereldoorlog Britse en Canadese militairen getraind in het gebruik van biologische- en chemische wapens en de verdediging tegen deze wapens. Stanley Edward verblijft hier de hele maand augustus en keert dan terug naar Calgary. In december 1942 ligt hij vijf dagen in het Mewata Military Hospital. Stanley Edward blijft daarna lang in Calgary, tot 17 januari 1944.

De laatste maanden van zijn dienstplicht brengt hij door in het trainingscentrum in Duncan, British Columbia alwaar hij zich op 5 juni 1944 aanmeldt voor actieve dienst in het Canadese leger.
Stanley Edward is dan 24 jaar oud en geeft zijn stiefmoeder, Maggie Turner, op als contactpersoon.
Na zijn aanmelding krijgt hij een nieuw legernummer: M – 39575 en wordt hij medisch getest. Op wat spataderen in zijn linkerbeen na, waar hij last van heeft als hij een korte broek met kousen draagt, word hij gezond verklaard. Op zijn lijst met persoonlijke gegevens wordt vermeld dat hij in zijn vrije tijd aan verschillende sporten doet; softbal, basketbal, ijshockey en schaatsen. Hij gaat ook graag jagen en vissen en leest regelmatig een boek. Tijdens zijn diensttijd heeft hij zijn vrachtwagenrijbewijs gehaald. De dienstdoende officier die hem interviewt ziet een serieuze, gemotiveerde, rustige man die graag overzees ingezet wil worden.
De eerste twee maanden na zijn aanmelding verblijft Stanley Edward nog in Duncan, B.C. Van 27 juni tot 15 juli wordt hij opgenomen in het Victoria Military Hospital en op 8 augustus wordt hij opnieuw in Red Deer, Alberta ingedeeld in het trainingscentrum aldaar. Ruim een week later is hij bijna twee dagen afwezig zonder toestemming en moet hij voor straf zeven dagen binnen blijven in de barakken en twee dagen loon inleveren. Begin oktober 1944 wordt Stanley Edward opnieuw overgeplaatst naar trainingscentrum A-16 in Calgary, Alberta. Hij heeft vanaf nu genoeg militaire training gehad en is klaar om overzees te gaan. Maar eerst krijgt hij nog een privéverlof van zeventien dagen en twee dagen vertrekverlof. De zeventien dagen privéverlof zijn voor zijn huwelijk. Hij heeft toestemming gekregen om te trouwen met Viola May Beanblossom. Zaterdag 25 november trouwen ze in Rocky Mountain House, Alberta. Ruim twee weken later is Stanley Edward terug in Calgary en stapt op 1 januari 1945 in Debert, Nova Scotia op een schip dat hem naar Engeland brengt. Donderdag 11 januari stapt hij van boord om 15 dagen in de UK te verblijven, op 17 februari komt hij aan in (waarschijnlijk) Nederland en wordt ingedeeld bij de algemene versterkingen. De gegevens zijn vanaf deze datum zeer summier, maar aangezien de Canadese troepen op dat moment onderdeel zijn van Operatie Veritable is het zeer aannemelijk dat Stanley Edward wordt ingezet bij het regiment van de Calgary Highlanders in de gevechten in en rond het Reichswald over de grens bij Nijmegen.
Na hevige gevechten is het eind maart eindelijk mogelijk de Rijn over te steken en kan een enorme troepenmacht beginnen aan de bevrijding van oost en noord Nederland. De Canadezen trekken via Ulft, Terborg en Gaanderen op richting Doetinchem.


Levensverhaal:
Sigrid Norde
Research Team Faces To Grave

Op zondag 1 april 1945, het is Eerste Paasdag, bereiken Canadese troepen via de Terborgseweg Doetinchem. Ze worden aan de oostelijke stadsrand opgewacht door mensen van het verzet. Na een kort overleg rukken de Canadezen op naar het centrum, terwijl een grote troepenmacht om de stad trekt.
In en rond de binnenstad ontbrandt vervolgens een heftige strijd. De Duitsers hebben de wegen geblokkeerd met tramwagons, volgegoten met beton. De Canadezen zetten onder andere vlammenwerpers in om de Duitsers uit te schakelen. Tientallen Duitsers vinden daarbij de dood en vele panden branden af. Ook sneuvelen elf Canadezen.
Pas de volgende middag, maandag 2 april Tweede Paasdag, is Doetinchem bevrijd.
Eén van de elf omgekomen Canadezen is Stanley Edward Turner, nog geen twee maanden aanwezig aan het front. Hij sneuvelt op 1 april in de straten van Doetinchem. Hij wordt begraven in een tijdelijk graf bij school Oosseld aan de Dennenweg in Doetinchem vanwaar hij later zal worden overgebracht naar Groesbeek, plot XIX C. 14.

Voor de 299 dagen actieve dienst ontvangt hij de volgende onderscheidingen:
  • 1939 -45 Star
  • France & Germany Star
  • War medal
  • Canadian Volunteer Service Medal & Clasp

CHRIST SHALL CLASP
THAT BROKEN CHAIN
CLOSER
WHEN WE MEET AGAIN

Bronvermelding

Commonwealth War Graves Commission
Library and Archives Canada
http://www.calgaryhighlanders.com/history/highlanders/1939-45/dcompany.htm
https://www.findagrave.com/memorial/147803442/viola-m-turner
http://www.virtualmuseum.ca/sgc-cms/histoires_de_chez_nous-community_memories/pm_v2.php?id=search_record_detail&fl=0&lg=English&ex=00000650&rd=151703&sy=cat&st=&ci=4#
http://www.reddeer.ca/about-red-deer/history/history-of-red-deer/centennials-and-anniversaries/red-deer-during-the-wars/
https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/doetinchem/doetinchem-in-de-tweede-wereldoorlog
https://www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/tweede-wereldoorlog/547-de-bevrijding-van-hummelo-2-april-1945.html
http://www.hanshendriksen.net/

English

Stanley Edward Turner was born on 6 August,1919 in Fort Saskatchewan, Alberta. His parents were William Henry and Annie Turner; Annie was British born. By the time Stanley Edward went into the army, both parents had died but it is not clear when. He lived with his stepmother Maggie Turner and had a stepbrother, George Ellis, and an uncle, George Arthur Turner. He belonged to the Church of England.
At the end of grade 6, when he was fifteen, Stanley Edward left school and went to work on a farm. He learned to drive a tractor, truck and car there and was also able to repair vehicles. After the war he wanted to go back to the farm in Balsam Grove, Alberta.
In 1940, the National Resources Mobilization Act came into force in Canada. Available men had to register for army service in order to defend the homeland in the first instance. Later these men were also deployed for service overseas. One of these men was Stanley Edward Turner and on 19 March,1941, he enlisted in Calgary, Alberta for his compulsory service. He left the farm in Balsam Grove and was given army number M - 600050. He was found to be a healthy, single man, 1.72 m tall, weighing 75 kilo, with blue eyes, brown eyes and a dark skin colour. There were scars on the fingers of his left hand.
He spent the first fifty seven days of his service in Camrose Training Centre and this included five days in hospital when he contracted German measles. He then went to the training centre in Red Deer, Alberta for a further seven weeks.
After his stay in Red Deer, Stanley Edward’ s service time was postponed for some unknown reason, but in November, 1941 he was again conscripted in Calgary where he was placed in the District Depot. Almost immediately, he stayed away without permission from 22 November to 23 December and lost 32 days’ pay.
He also let someone escape from the camp while he was on duty. In July,1942 he was given a month’s leave, probably so that he could help with the harvest on the farm. When he returned he was transferred to the Experimental Station Suffield, Alberta, a military research station, five kilometres to the north of Suffield. Here, during WWII, British and Canadian Military were trained in the use of biological and chemical weapons and methods of defence against them. Stanley Edward stayed there for the whole of August and then returned to Calgary.
In December he was admitted to the Mewata Military Hospital for five days. He remained in Calgary for more than a year until 17 January,1944. For the last months of his service he was stationed in the Duncan training centre, British Columbia and on 5 June he signed up again for active service in the Canadian Army. He was then 24 years old and gave the name of his stepmother, Maggie Turner as contact person.
After signing up, Stanley Edward was given a new service number: M39575 and a medical examination. He was found to be fit except for some varicose veins in his left leg; which bothered him when he wore short trousers and stockings. When asked what he liked to do in his free time, he mentioned various sports: softball, basketball, ice hockey and skating. He liked hunting and fishing and regularly read books. The interviewing officer found him serious, motivated and willing to serve overseas.

Stanley Edward remained in Duncan, B.C. for the first two months after joining up, From 27 June until 15 July, 1944, he was admitted to the Victoria Military Hospital and on 8 August he returned to Red Deer, Alberta to the training centre there. A week later he was away without permission for nearly two days and was confined to barracks for a week, losing two days pay. At the beginning of October he was transferred again to the A-16 training centre in Calgary where he completed his military training and was considered ready for service in Europe. At this point he obtained permission to marry Viola May Beanblossom and was given 17 days leave with two days extra for the coming overseas service. The marriage took place on Saturday, 25 November, in Rocky Mountain House, Alberta. Then he returned to Calgary and was soon transferred to Debert, Nova Scotia on 1 January, 1945. Here he boarded ship for England, arriving there on 11 January.

Only two weeks later, Stanley Edward had travelled to the war zone (probably the Netherlands) and joined the reinforcement troops on 17 February. There is not much information available for this time, but as the Canadian troops were taking part in Operation Veritable, it is likely that he was placed with the Calgary Highlanders regiment, taking part in the fighting around the Reichswald forest in Germany, near the Dutch border and Nijmegen.
After weeks of heavy fighting, it was finally possible for a huge army to cross the Rhine and start to liberate the northern and eastern parts of the Netherlands. The Canadians moved through Ulft, Terborg and Gaanderen.
On Easter Sunday, 1 April, they reached Doetinchem via the Terborgseweg. Members of the Dutch resistance were waiting for them on the eastern outskirts of the town. After a short discussion, a big group surrounded the town and the Canadians moved towards the centre. A fierce battle ensued in and around the centre of Doetinchem. The Germans had blocked the roads with trams filled with concrete. The Canadians used flame throwers among other weapons in order to defeat the enemy. Dozens of Germans soldiers were killed and many buildings were burned down. Eleven Canadian soldiers also died. Not until the following afternoon, Monday 2 April was Doetinchem liberated.
One of the eleven Canadians killed was Stanley Edward Turner, after not even two months at the front. He died on 1 April in the streets of Doetinchem. He was temporarily buried near the Oosseld school in the Dennenweg. His body was later transferred to the Canadian Military Cemetery in Groesbeek, plot XIX C14.
For the 299 days of active service, he received the following awards:
  • 1939 – 45 Star
  • France & Germany Star
  • War Medal
  • Canadian Volunteer Service Medal & Clasp


CHRIST SHALL CLASP
THAT BROKEN CHAIN
CLOSER
WHEN WE MEET AGAIN


Life Story: Sigrid Norde,
Research Team Faces To Graves