door Ans van As
Ans Berendsen groeide op in een groot gezin in de Boliestraat waar haar ouders een distilleerderij en drankenwinkel runden. Toen ze elf jaar was, werd de binnenstad gebombardeerd.
Op oudere leeftijd schilderde ze datgene wat ze toen zag. Op elk schilderij beeldde ze zichzelf af; met kinderwagen.
Toen de mobilisatie werd afgekondigd moesten mijn broers onder dienst. Vader wilde eerst een foto laten maken.. Een fotograaf kwam en er werd een mooie foto gemaakt in de tuin.
Op 10 Mei 1940 ‘s morgens om half vijf schrokken wij wakker door een enorm lawaai. Vader ging kijken wat er aan de hand was. Even later kwam hij terug, stond onder aan de trap en zei zeer verslagen: “Het is zo ver.”
De oorlog was uitgebroken, het had al een tijd gedreigd en nu was het zo ver. Het lawaai was het opblazen van de brug, om nog te proberen de Duitse soldaten tegen te houden.
Bernard vocht op de Grebbeberg. We waren thuis heel bang dat hij zou sneuvelen. Dictus zat in Amsterdam. Na enige dagen zag ik op het plaatsje een soldaat aankomen. Ik schrok ontzettend en rende naar binnen en riep. “Een Duitse soldaat, een Duitse soldaat.”
Het was geen Duitse soldaat, het was gelukkig Bernard. Hij was gevlucht van de Grebbeberg en kwam ongedeerd weer thuis.
Ik heb tot nu toe een liedje hierover altijd onthouden. Het was van Willie Derby.
De woning en stokerij van de familie Berendsen in de Boliestraat
Ans van As wijst naar haar ouderlijk huis op een van haar schilderijen tijdens een expositie in het Stadsmuseum.