Annie de Graaf

Johanna Hendrika

29-7-1917 * 5-11-1996

Annie de Graaf wordt op 29 juli 1917 geboren te Stad Doetinchem als dochter van Adrianus de Graaf, leraar aan de Ambachtschool, en Elisabeth Maria Michels. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woont het gezin in de Wilhelminastraat* , nummer 87. Ze heeft een kantoorbaan bij de Nemaho.
Ze raakt op 25-jarige leeftijd betrokken bij het verzetswerk als een collega haar vraagt of ze illegale krantjes rond wil brengen. Niet veel later krijgt ze het verzoek om wapens in Groningen op te halen.
Langzaam maar zeker gaat ze als koerierster steeds meer illegaal werk doen. Binnen de groep wordt ze daarom ‘ons boodschappenmeisje’ genoemd. Clara Kossen is haar schuilnaam.
Na verloop van tijd neemt het verzetswerk zelfs zoveel tijd in beslag, dat ze het niet meer kan combineren met haar baan. Ze wil daarom ontslag nemen. Nemaho-directeur Deleth vindt dat echter te gevaarlijk. Hij houdt haar daarom in dienst.
“Ik betaal je gewoon door. Voor de rest zoek je het zelf maar uit. Om gepraat te voorkomen, zeg ik wel dat je zolang een ziek familielid moet helpen”, zegt hij tegen haar.
Na enige tijd wordt aan haar gevraagd of ze wil gaan zenden. Ze stemt toe, maar voordat ze voor die taak in aanmerking komt, dient ze zich op een afgesproken plek te melden. Na een lange fietstocht wordt ze er opgewacht door twee mannen die speciaal voor het zendwerk boven Nederland zijn gedropt en de Achterhoek en de Liemers tot werkterrein hebben.


door Karel Berkhuysen

“Wanneer je met het werk begint, is er geen weg terug”, houdt een van hen haar voor. Hij toont daarbij symbolisch een pistool. Het wordt haar duidelijk dat ze niet meer kan stoppen wanneer ze toestemt. Omdat ze dan te veel zou weten, zou ze met haar leven moeten betalen.
“Ik ga akkoord”, is haar antwoord.
Vervolgens krijgt ze les in het coderen en decoderen van berichten. Als ze dat onder de knie heeft, gaat ze zenden. Daar moet ze telkens grote afstanden voor fietsen met in haar fietstassen de accu’s die nodig zijn voor de zender. Het klotsende accuzuur vreet haar fietstassen aan.
In september 1944 brengt ze de neergeschoten Britse boordschutter George Kelly van een boerderij in de Slangenburg waar hij onderdak had gevonden, naar het huis van huisarts Houtsma in Doetinchem. Daarna wordt Kelly overgebracht naar de schuilplaats in de schuur van Berntsen in Loerbeek, tegenover de molen.
Als ‘Kleine’ Thijs Lichtendahl, zoon van verzetsleider ‘grote’ Thijs is opgepakt, moet Annie zelf onderduiken. Dat doet ze, samen met Jan Houtsma , eveneens in de schuur in Loerbeek.
Op 27 april 1946 trouwt zij met Jan Houtsma. Het huwelijk eindigt echter met een echtscheiding. Op 9 juni 1969 hertrouwt zij met wethouder C. van der Grijn.
Annie praat na de oorlog nooit meer over haar tijd bij het verzet. Wel stelt ze haar herinneringen op schriftd. Op haar uitdrukkelijke verzoek worden deze verhalen pas na haar dood gepubliceerd. Zij verschijnen in 2000 onder de titel Belevenissen van een koerierster in bezettingstijd.

* Op Duits gezag omgedoopt tot Thorbeckestraat