Annie de Graaf wordt op 29 juli 1917 geboren te Stad Doetinchem als dochter van Adrianus de Graaf, leraar aan de Ambachtschool, en Elisabeth Maria Michels. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woont het gezin in de Wilhelminastraat* , nummer 87. Ze heeft een kantoorbaan bij de Nemaho.
Ze raakt op 25-jarige leeftijd betrokken bij het verzetswerk als een collega haar vraagt of ze illegale krantjes rond wil brengen. Niet veel later krijgt ze het verzoek om wapens in Groningen op te halen.
Langzaam maar zeker gaat ze als koerierster steeds meer illegaal werk doen. Binnen de groep wordt ze daarom ‘ons boodschappenmeisje’ genoemd. Clara Kossen is haar schuilnaam.
Na verloop van tijd neemt het verzetswerk zelfs zoveel tijd in beslag, dat ze het niet meer kan combineren met haar baan. Ze wil daarom ontslag nemen. Nemaho-directeur Deleth vindt dat echter te gevaarlijk. Hij houdt haar daarom in dienst.
“Ik betaal je gewoon door. Voor de rest zoek je het zelf maar uit. Om gepraat te voorkomen, zeg ik wel dat je zolang een ziek familielid moet helpen”, zegt hij tegen haar.
Na enige tijd wordt aan haar gevraagd of ze wil gaan zenden. Ze stemt toe, maar voordat ze voor die taak in aanmerking komt, dient ze zich op een afgesproken plek te melden. Na een lange fietstocht wordt ze er opgewacht door twee mannen die speciaal voor het zendwerk boven Nederland zijn gedropt en de Achterhoek en de Liemers tot werkterrein hebben.