‘s Avonds om zeven uur staan er vijftien platte boerenwagens met paarden ervoor bij de hoofdingang. Veel inventaris, waaronder dat van de operatiekamer en levensmiddelen, wordt opgeladen. Eén voor één worden de patiënten op de wagens getild. Sommigen op hun matras, anderen compleet met bed. Alles gebeurt bij kaarslicht, want stroom is er niet. De lift moet daarom met de hand worden bediend. Een oude man kan niet worden vervoerd en blijft samen met de patiënten met besmettelijke ziekten achter in de barak van het ziekenhuis.
Midden in de nacht rijden de wagens via de Hessenweg door de Kruisbergse Bossen. ‘s Morgens om zes uur komt de laatste patiënt in Hummelo aan.