Hij verschaft me nog de adressen van afstammelingen van de familie Til en zo kom ik uiteindelijk terecht bij Henny Til-Til in Drempt. Zij vertelt kort haar familieverhaal. De eerste pachter op Slangenburg in deze familie is Jan Bernard Til, geboren in Hummelo & Keppel, die in 1912 trouwde met Hentje Bulten. Een langdurig huwelijk, want ze worden oud en vieren uiteindelijk hun 65-jarig huwelijksfeest. De nieuwe pachter Bernard, zoals hij in de wandeling wordt genoemd, komt van kasteel Enghuizen. Door vriendschappelijke betrekkingen tussen de Passmanns van Slangenburg en de bewoners van Enghuizen zou hij als pachter gevraagd zijn voor ’t Park. Volgens eigen zeggen was Bernard huisknecht op het kasteel Enghuizen. De familie kan dat nauwelijks geloven, want hij deed later nooit iets in huis…
Het echtpaar Til krijgt vier kinderen: Jan, later boer op ’t Park, Bernard, die een maalderij had in Gaanderen, Herman, de onderwijzer en Mina, die boer Bongers trouwt. Jan Til trouwt met Anna Dales en in 1940 wordt hun enig kind geboren, Henny. Beide gezinnen leven op ’t Park en dat dat niet altijd meevalt is wel te begrijpen. In deze situatie komt het gezin De Vries uit Aerdt terecht, een kwekersgezin met vijf zoons en een dochter. Hiervan kan Henny Til, vijf jaar aan het einde van de oorlog, zich niet zo veel meer herinneren. Wel komt er een foto van de familie voor het kippenhok op tafel en de meeste namen komen in gedachten. Ook weet ze nog goed, dat bij de bevrijding de vijf jongens De Vries de Canadese chocolade, heel toepasselijk, al snel soldaat hadden gemaakt en er zo voor haar alleen een witte boterham overbleef, toen toch ook een traktatie.
Na de oorlog was er nog regelmatig contact met deze gezellige mensen en kwamen vader Jan Til en moeder Anna beladen met tomaten, appels, peren en sla terug van het Gelders Eiland.
Na de dood van moeder Maria de Vries in 1961 en moeder Anna Til in 1965 verloopt het contact. Jan Til geeft het boeren op ’t Park op in 1966 en trekt naar zijn dochter Henny in Drempt, waar hij enkele koeien weidt.
Er waren in de eindfase van de oorlog behalve de evacués ook veel onderduikers op de boerderij. Oude foto’s zijn van de onderduiker Van der Linden uit Rotterdam, die fotograferen als hobby had. Tot slot komt het adres van de familie De Vries uit Aerdt tevoorschijn en zo kunnen we in een gesprek met Wim de Vries proberen onze laatste vragen beantwoord te krijgen.
Het gezin van Anthonius de Vries en Maria Hasse had vijf zoons en een dochter. Vader Anthonius was begonnen als groentehandelaar in Lobith, maar bouwde in 1932 bij Aerdt de Rogkamp en stichtte daar een groentekwekerij. Zijn producten verkocht hij als groenteman, op de veiling en ook aan de parlevinkers in Tolkamer. Op de Rogkamp kwam het eerste contact tussen de families Til en De Vries tot stand. Begin 1945 waren vader Bernard en zoon Jan Til gevorderd door de Duitsers om met paard en wagen voor de Organisation Todt werkzaamheden te verrichten op het Gelders Eiland.
In de buurt van de kwekerij De Vries op Rogkamp kwamen zij door Engels vuur in gevaar en konden ze schuilen in de kelder bij de familie De Vries. Bij het afscheid, de volgende morgen, na deze ingrijpende gebeurtenis, beloofde Til, dat als de familie De Vries ooit hulp nodig zou hebben, Tils huis op Slangenburg open zou staan. Zo vreemd was dit aanbod niet, want de Rogkamp was al eens gevorderd geweest voor de Duitse staf en er waren veel vluchtelingen uit de Betuwe in het gebied. En het front kwam nader.
Op 15 februari 1945 was het zover, het Gelders Eiland moest ontruimd worden in verband met de ‘Krieg am Niederrhein’. Omdat de paarden gevorderd waren, probeerde men een koe voor de wagen te spannen. Dit lukte niet en na veel soebatten kreeg men een aftands paard van de Duitsers mee. Zo kwam de familie in Stokkum terecht, waarna vader De Vries op de fiets naar Slangenburg trok om naar betere mogelijkheden om te zien. En zie, de familie De Vries kon in het ruime kippenhok op ’t Park terecht. Hiervan werd dankbaar gebruik gemaakt.