luchtbombardement 19 maart 1945 I Nemaho

De geslaagde aanval op Diederichs Flugzeugbau

I n 1920 werd door Houthandel Hortsing NV en de firma Hetzer uit het Duitse Weimar de Nederlandsche Maatschappij voor Houtconstructies, de Nemaho, opgericht. Hetzer was in het bezit van het patent om door middel van buigzame planken en speciale lijm gebogen houten spanten te fabriceren. Die spanten ging ook de Nemaho maken. Dat ging zo goed dat de fabriekshal aan de IJsselstraat al snel te klein werd. Na de Duitse inval werd er eind 1941 aan het Zaagmolenpad een nieuw complex in gebruik genomen.


door Karel Berkhuysen

In het voorjaar van 1942, amper twee maanden nadat het nieuwe Nemahocomplex aan het Zaagmolenpad in gebruik is genomen, krijgt directeur Deleth van de Duitsers te horen dat het bedrijf wordt gevorderd. Zij willen er een vestiging van Diederichs Flugzeugbau onderbrengen, een nevenvestiging van een bedrijf uit Emmerich dat vliegtuigen repareert.

De nieuwe Nemahofabriek aan het Zaagmolenpad


De oude Nemahofabriek aan de IJsselstraat, slechts enkele honderden meters verwijderd, staat op het punt om te worden gesloopt. De sloopwerkzaam-heden zijn echter nog niet begonnen. De Duitsers leggen daarom een bedrag op tafel om de spantenproductie terug te verhuizen naar het oude onderkomen.

De Nemahofabriek aan de IJsselstraat


Tevens vorderen de Duitsers aan de andere kant van de stad het Vliegveld Groenendaal .

Vliegveld Groenendaal


Korte tijd later staan er drie DFS-230 (Deutsche Forchunganstalt für Segelflug) zweefvliegtuigen in de fabriekshallen. Het betreft vliegtuigen die de Luftwaffe vooral gebruikt voor transporten. Het door twee piloten bestuurde toestel dat met een kabel door een gemotoriseerd vliegtuig worden getrokken, kan tien soldaten of twaalfhonderd kilo uitrusting of bommen meenemen. Na een landing raken de toestellen vaak dusdanig beschadigd dat ze niet meer ingezet kunnen worden. Na enige tijd komt het Reichsluftfahrtministerium, het RLM, echter tot de conclusie dat het de moeite waard is om ze te bergen en op te knappen.
Dat blijkt, want in augustus 1942 werken er al 75 mensen bij Diederichs Flugzeugbau. Het kantoor-personeel bestaat grotendeels uit Duitsers en de fabrieksarbeiders uit Nederlanders. Zij repareren maandelijks twaalf DFS’s. Diederichs Flugzeugbau is het enige bedrijf dat op die manier aan de lopende band zweefvliegtuigen repareert. Tevens worden er onderdelen gemaakt voor Messerschmitt-jachtvliegtuigen.


stakingen
Op donderdag 29 april 1943 breken er op talrijke plaatsen in het land spontaan stakingen uit omdat de Duitsers driehonderdduizend voormalige militairen oproepen om zich te melden voor krijgsgevangenschap en Arbeitseinsatz .
Ook in Doetinchem en Gaanderen wordt bij enkele bedrijven het werk neergelegd, onder meer bij Vulcaansoord, Pelgrim, Beccon, GTW en Nemaho. Ook weigeren veel boeren om melk te leveren. Bij Diederichs Flugzeugwerke gaan de werkzaamheden echter gewoon door. Vanwege het feit dat er werk wordt verricht dat rechtstreeks verband houdt met de oorlogsindustrie zijn daar de werknemers blijkbaar voorzichtiger. De Duitse represailles zijn immers snoeihard. Er vinden meer dan tachtig fusillades plaats en tijdens schietpartijen vallen er ruim honderd doden. Op donderdagavond is er bij Diederichs extra politie op de been om de fabriek te bewaken.
Door het harde optreden komt er na een paar dagen een einde aan de stakingen, maar het wordt de Duitsers duidelijk dat de meeste Nederlanders niet te winnen zijn voor het nationaalsocialisme.


Een DFS wordt op de Wijnbergseweg vanaf het treinstation naar Hortsing gesleept (Jan Massink, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers)


Als er in juli 1943 120 mensen werkzaam zijn, worden er ook reparaties verricht aan de vleugels van Fokker-vliegtuigen. Tevens worden er Bücker Jungmanns lesvliegtuigen gerepareerd die vervolgens worden ingevlogen op Vliegveld Groenendaal. Eind 1943 komen er vanuit Duitsland per trein 25 tot 30 DFS’s per maand aan op het Doetinchemse Station Wijnbergen. Meestal vijf of zes per keer. Nadat ze zijn afgeladen, worden ze naar de loodsen van Houthandel Horsting aan de Keppelseweg gesleept.

De loodsen van Houthandel Hortsting. De vliegtuigen bevonden zich in de twee loodsen uiterst rechts.


De houthandel bevindt zich aan de rand van de stad op de noordoever van de Oude IJssel, aan een restant van de voormalige stadsgracht. De keuze voor die plek is geen toeval, want de boomstammen worden via het water aangevoerd. Ze liggen vaak te wachten in het water van De Ank*, aan de overkant van de Oude IJssel. Om het tot planken gezaagde hout vervolgens te laten drogen, beschikt het bedrijf over zeven grote droogloodsen.
De loodsen blijken een ideaal onderkomen voor de vliegtuigen. De toestellen passen precies en zijn vanuit de lucht niet waar te nemen. Voor hout is geen plaats meer. In plaats daarvan biedt elke loods onderdak voor ruim twintig van vleugels ontdane vliegtuigrompen.

Market Garden
In september 1944 zijn er in tweeënhalf jaar totaal 350 DFS’s en 100 Bücker Jungmanns bij Diederichs Flugzeugbau gerepareerd. Over deze aantallen en de hoge kwaliteit van de reparaties is het Reichsluftfahrtministerium uiterst tevreden.

DFS-zweefvliegtuigen zonder vleugels opgeslagen in een loods bij Horsting (jan Massink, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers)


Maar dan barst op de 17de september Operatie Market Garden los. Vanuit België willen de geallieerden door middel van een corridor via de bruggen van Nijmegen en Arnhem binnen een paar dagen doorstoten naar het IJsselmeer. De Nederlandse regering in Londen roept via Radio Oranje op tot een spoorwegstaking om zodoende Duitse aanvoer onmogelijk te maken. Omdat het spoorwegpersoneel daar massaal gehoor aan geeft, rijden er geen treinen meer.
De geallieerden slagen er echter niet in om de brug bij Arnhem definitief te veroveren zodat Operatie Market Garden mislukt. Het gebied ten zuiden van de grote rivieren wordt weliswaar bevrijd, maar Noord-Nederland blijft bezet. Het gevolg is dat de nazitop besluit om alle vliegtuigactiviteiten in Nederland te beëindigen. Bij de Nemaho komt op die manier een abrupt einde aan de reparatiewerkzaamheden.




In plaats daarvan richten de Duitsers de fabriekshallen van de Nemaho in als reparatie-werkplaats voor militaire voertuigen, waaronder vrachtauto’s en tanks. Een en ander nog steeds onder de naam Diederichs Flugzeugbau.
Eind september wordt Vliegveld Groenendaal beschoten door jachtbommenwerpers en ook op 13 oktober 1944 valt ie een bom in de buurt van het vliegveld. Daarbij raken drie  Duitse militairen gewond. Het is niet duidelijk of het vliegveld of de luchtafweerbatterijen het doelwit vormden.
Op 5 februari 1945 volgt er een zwaardere aanval: iIn de omgeving van het vliegveld vallen ongeveer zestig bommen waarbij woonhuizen worden vernield en drie bewoners om het leven komen.
Drie dagen later hervatten de geallieerden hun opmars na maandenlange stilstand van het front. Met het Rijnlandoffensief veroveren ze vervolgens langzaam maar zeker het gehele Duitse gebied ten westen van de Rijn.
Gedurende die opmars geeft het Doetinchemse verzet vrijwel dagelijks de situatie in en rond de stad via het PGEM-telefoonnet door aan de Britten in de PGEM-elektriciteitscentrale in Nijmegen. De geallieerden zijn dan ook goed op de hoogte van de Duitse activiteiten in het nieuwe Nemaho-complex.

geslaagde aanval
Nadat de geallieerden half maart het gehele Rijnland hebben veroverd, maken ze zich op voor een oversteek over de Rijn.
Op maandagochtend 19 maart 1945, iets na acht uur, stijgen vanaf een vliegveld bij het Brabantse Mill, twintig kilometer ten zuiden van Nijmegen, dertig Britse Hawker Typhoon- jachtbommenwerpers op.
Om tien over half negen verschijnen de toestellen boven Doetinchem. Terwijl het Duitse Flak-luchtafweergeschut in alle hevigheid de Britten beschiet, duikt een deel ervan op de nieuwe Nemaho-fabriek. Acht Typhoons zijn elk met acht raketten uitgerust. Ze worden allemaal afgevuurd op de meest oostelijk gelegen fabriekshal.
FOTO
Het centrale gebouw wordt in brandt geschoten en stort in. Een tweede aanval zorgt ervoor dat er totaal ruim veertien ton aan brisantbommen boven het fabriekscomplex wordt gedropt. Twee Doetinchemmers, waaronder Nico Brugman , worden dodelijk getroffen. Ook een Duitse militair vindt de dood.
Andere toestellen vallen Flak-posities aan op de Bezelhorst en in de buurt van het vliegveld. In de Kruisbergse Bossen, iets ten noordwesten van kateel De Kelder wordt een munitieopslag-plaats gebombardeerd.
Eén toestel maakt plotseling een duikvlucht boven de binnenstad en lost daar zijn bommen. Als de piloot zijn toestel optrekt, volgen er explosies. Twee panden, schoenmakerij Diepenbroek en Overling’s Bank in de Waterstraat storten volledig in. Elf mensen, waaronder vijf kinderen worden bedolven onder het puin en vinden de dood.
Bij de Nemaho snellen van diverse kanten mensen naar het brandende fabriekspand om gewonden onder het puin vandaan te halen, maar ze worden door Duitse militairen onder schot genomen en gedwongen om eerst voertuigen naar buiten te rijden.
Uren later stijgt er nog steeds een enorme rookpluim op, tot bijna een kilometer hoogte. Een Brits verkenningsvliegtuig vliegt over om foto’s te maken. Als die later op de basis worden bekeken, is de conclusie; een zeer geslaagde aanval.
FOTO


* De huidige jachthaven