In september 1944 hebben de geallieerden tijdens Operatie Market Garden de cruciale slag om de Arnhemse Rijnbrug verloren. Het zuiden van Nederland wordt daarna bevrijd, maar boven de grote rivieren blijven de Duitsers de dienst uitmaken. De teleurstelling in de Achterhoek en Liemers is dan ook immens groot. Die langverwachte bevrijding die zo dichtbij leek, is weer ver weg. Ook de inwoners van Doetinchem beseffen dat hen opnieuw een zware tijd te wachten staat. Hoe zwaar dat laatste halve oorlogsjaar zal blijken te zijn, kan op dat moment nog niemand bevroeden.
Frans en Jo Gerritsen en hun dochters Iet (l) en Janny naast hun huis aan de Varsseveldseweg. (Collectie Gerritsen, Stichting Doetinchem Herdenkt)
Canadezen hebben Doetinchem bereikt
Iet Gerritsen
[1] De Varsseveldseweg begon toen al bij de Terborgseweg. Het dubbele huis tegenover de Veemarkt werd in 1972 afgebroken vanwege de uitbreiding van de losplaats voor het vee.
[2] De uit het Brabantse Roosendaal gevluchte Jacques Daems volgde burgemeester Willem Duval Slothouwer op. Duval Slothouwer had zich op 2 september 1944 ziekgemeld en was daarna ondergedoken.
[3] Vooral na september 1944 dienden zich steeds meer onderduikers aan. Dat betrof onder meer dertigduizend personeelsleden van de Nederlandse Spoorwegen vanwege de spoorwegstaking. Ook onttrokken zich steeds meer mannen aan de Arbeitseinsatz en de graafwerkzaamheden.
[4] Het Bureau Inlichtingen (BI) was een op 28 november 1942 in Londen opgerichte Nederlandse militaire inlichtingendienst die was belast met spionage. Het BI werkte nauw samen met de Britse Secret Intelligence Service (SIS). Vanaf juli 1943 had Jan Marginus Somer de leiding van de BI.
[5] Organisation Todt (OT) was een naziorganisatie die was belast met bouwwerkzaamheden. De organisatie was genoemd naar ingenieur Fritz Todt, rijksminister voor bewapening.
[6] Dat betrof mannen tussen de 16 en 60 jaar.
[7] De zestien gegijzelden werden vanaf 30 oktober gevangengehouden in het Juvenaat in Zevenaar.
Op 12 november werden ze vrijgelaten.
[8] Uiteindelijk bedroeg de totale lengte van de loopgraven rondom Doetinchem in maart 1945 ruim zeventig kilometer.
[9] De zogenaamde Koch-bunkers werden bij Tiecken aan de Wijnbergseweg gemaakt. Aan de binnenzijde stond daarom een T.
[10] De Ooijpolder ligt tussen Nijmegen en de Duitse grens.
[11] Vanwege Market Garden had de Nederlandse regering in Londen op 17 september 1944 het spoorwegpersoneel opgeroepen om in staking te gaan zodat de Duitsers niet in staat zouden zijn materieel en manschappen per spoor aan te voeren. Aan die oproep werd massaal gehoor gegeven. Als represaillemaatregel blokkeerden de Duitsers de aanvoer van brandstof en voedsel. In het westen van het land stierven daardoor meer dan twintigduizend mensen van de honger. De winter van 1944-1945 wordt daarom de hongerwinter genoemd.
[12] De Arbeitseinsatz was de verplichte tewerkstelling in Duitsland.
[13] Op een zondag in oktober.
[14] De Sicherheitsdienst was de inlichtingendienst van Nazi-Duitsland.
[15] De bel functioneerde niet omdat de elektriciteit was afgesloten.
[16] Er gold een verplichting om metalen in te leveren. Die werden vervolgens gebruikt voor de Duitse oorlogsindustrie. Ook de zilveren munten moesten worden ingeleverd. Dat deden uiteindelijk slechts weinigen. De munten werden vervangen door geldstukken van zink.
[17] Dinie Demmink maakte ook deel uit van de verzetsgroep en deed dat onder de schuilnaam Annie Hendriks.
[18] Het SD-Einsatzkommando was gevestigd in een pand aan het Julianaplein, toen op Duitse last omgedoopt tot Thorbeckeplein omdat namen van in leven zijnde leden van het koninklijk huis dienden te verdwijnen.
[19] Na de arrestatie van Iet stopte de groep met verzetsactiviteiten om opsporing te voorkomen.
[20] Iets moeder en Janny werden als snel vrijgelaten.
[21] Iets vader werd na enige tijd vrijgelaten.
[22] Het Rijksopvoedingsgesticht De Kruisberg was op 5 september 1945 (Dolle dinsdag) door de Duitsers gevorderd. Daarna werd het door de Sicherheitsdienst in gebruik genomen als noodgevangenis. Vanaf oktober 1944 vestigde zich een SD-Einsatzkommando in Doetinchem. Zij hadden met name tot doel om het georganiseerd verzet te bestrijden. In de SD-gevangenissen legden zij lijsten aan met Todeskandidaten(27).
[23] In de periode dat de geallieerden Doetinchem naderden, werden de vier vrouwen door de Duitsers naar Kamp Westerbork gebracht. Daar maakten ze uiteindelijk de bevrijding mee.
[24] Operatie Veritable.
[25] Leden van verzetsgroep De Bark vermoordden vier Duitse militairen omdat ze bang waren dat zij hun schuilplaats zouden ontdekken. Ze deden voorkomen dat het een auto-ongeluk was, maar dat werd doorzien.
[26] Todeskandidaten waren verzetsmensen die zonder vorm van proces op een lijst stonden om na aanslagen van het verzet als represaille te worden geëxecuteerd.
[27] Halverwege de weg Arnhem-Apeldoorn.
[28] Schoenmakerij Diepenbroek en Overling’s Bank. Daarbij vielen negen doden.
[29] Het Algemeen Ziekenhuis (het latere Wilhelmina Ziekenhuis) stond aan de Varsseveldseweg (thans Raadhuisstraat), schuin tegenover de Plantsoenschool. De patiënten werden op 23 maart geëvacueerd naar Hummelo.
[30] In totaal vielen er op 21 maart 1945 meer dan 130 dodelijke slachtoffers in Doetinchem.
[31] Operatie Plunder. Operatie Varsity betrof de bijbehorende luchtlandingen op de noordelijke Rijnoever van veertienduizend parachutisten.
[32] PGEM is de afkorting van Provinciale Geldersche Electriciteits-Maatschappij.
[33] Thans Terborgseweg 115, schuin tegenover de voormalige boerderij (thans wit) van de familie Heuthorst.
[34] Het openbare PTT-telefoonnet functioneerde vanaf eind oktober/begin november 1944 niet meer vanwege de afsluiting door de Duitsers van het sterktestroomnetwerk naar de PTT-telefooncentrales.
[35] Het Gelderse PGEM-diensttelefoonnet had een totale lengte van 1500 kilometer en telde 900 telefoonaansluitingen. Daarnaast waren er diverse verbindingen met omliggende provincies. Op die manier kon het verzet berichten doorgeven zonder het gevaar door telefonistes te worden afgeluisterd.
[36] De telefooncentrale, bestaand uit een multipelveld waar door middel van stekkertjes een verbinding tot stand moest worden gebracht.
[37] Een carrier was een licht bepantserd voertuig.
[38] De PTT-telefooncentrale bevond zich in het Hovenstraatje.
[39] Villa Aurora stond achter de toenmalige Ambachtsschool aan de Veemarkt. Het huis stond op de plek die in de volksmond de Punt werd genoemd: de splitsing Varsseveldseweg-Dokter Huber Noodtstraat.
[40] In december 1944 werd Walter Edward Brown (geboren 9-1-1925) per boot van Canada naar Groot-Brittannië gebracht. Daar arriveerde hij op 1 januari 1945. Per vliegtuig bereikte hij op 15 februari het vasteland van Europa. Op 3 maart werd hij ingedeeld bij de Calgary Highlanders. Tijdens gevechten in het Reichswald. stond hij voor het eerst tegenover Duitse troepen. Nadat hij op 1 april sneuvelde kreeg hij een tijdelijk graf bij School Oosseld aan de Dennenweg in Doetinchem. Later werd hij herbegraven op het Canadese Ereveld in Groesbeek.
[41] Walter Edward Brown was 1 meter 95.
[42] Tijden die beschieting kwam ook de vijftienjarige Adrianus Johannes van der Tol om het leven.
[43] In de binnenstad en rond het westen van de stad werd ook de volgende dag, maandag 2 april, nog volop gevochten. Binnen de gemeente Doetinchem kwamen uiteindelijk zestien Canadezen om het leven en vele tientallen Duitsers. Velen verbrandden door Canadese vlammenwerpers. Aan het eind van de middag was Doetinchem geheel bevrijd.
Janny Gerritsen (rechts) en Corry Bon op de Veemarkt met Canadese militairen. (Jan Massink, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers)
bronnen
Dit artikel werd eveneens gepubliceerd in het jaarboek (43) 2020 van het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers